zaterdag 10 september 2016

Paralympics, het is maar een spelletje


Column 145 Paralympics, het is maar een spelletje
In de jaren ’70 en ’80 werkte ik regelmatig met onze gehandicapte medemensen, zowel geestelijk als lichamelijk en dan vooral de jongeren daarvan. De meeste vitale gezonde mensen beschouwen deze groep als zielige, sneue en vooral hulpbehoevende medemensen. Nou, medemensen is misschien iets teveel gezegd, want door een groepje coryfeeën van de media wordt deze categorie ge- en beschadigden vooral tentoongesteld als de lachwekkende kneusjes van onze maatschappij, waarmee je de kijkcijfers kunt opschroeven. Wat hebben we niet gelachen om de mensen die gebukt gingen onder het syndroom van Giles de la Tourette. Wat hebben we ons niet vermaakt om de eerste optredens van de Jostiband. Mongooltjes heette dat toen nog, iets wat je nu niet meer mag zeggen, net zoals negerzoen. Maar toen onze gehandicapten eigen plekjes voor zich gingen opeisen op het nationale en het wereldpodium van de sport, kwamen er al gauw een stel uitgekookte valide zakenmannetjes, zeg maar de broertjes van Harry Mens en Michael van Praag, die daar een prachtig verdienmodel in zagen. Tenslotte werden de Olympische Spelen voor gehandicapten in het leven geroepen, de Paralympics. Een dommere naam hadden ze niet kunnen bedenken als je nagaat dat “para” ‘bescherming ergens tegen’ betekent en lymp staat voor mank, gehandicapt. Dus deze Spelen beschermen je tegen een handicap. Hoe bedenk je het, maar het ‘bekt’ lekker zeiden ze, en dat is ook zo. Para kan ook pseudo betekenen, niet echt, maar net echt. Als het daarvan af stamt is het helemaal frustrerend voor onze groep lijfelijk incompleten. Want als er iets echt is, is het wel je handicap. In de periode dat ik met deze mensen werkte heb ik geleerd, dat humor hun voornaamste drijfveer en redding is en humor is wellicht de basis van wijsheid. Daar kan de valide, maar o zo gauw op de teentjes getrapte, medemens nog heel wat van leren. Hoe scherper en gemener de grappen zijn over elkaars tekortkoming, des te harder werd er geschaterd. Mocht u zich bij de komende frases gechoqueerd voelen, gelieve dan aan hun humor terug te denken. Tijdens de openingsceremonie zag ik dat een ernstige spast met breed zwaaiende armen zijn brandende fakkel liet vallen. Na enkele malen misgegrepen te hebben schoot er iemand uit het publiek te hulp en raapte zijn fakkel op.  Vrolijk vervolgde het ‘zwaailicht’ zijn weg in de stoet. Bij het schoonspringen van de vijf meter-toren zag ik de deelnemers gracieus naar beneden vallen. Ik zag hoe iemand zonder benen naar het einde van de loopplank werd geschoven. Met groteske armgebaren wist hij zich zo te keren tijdens zijn val, dat hij keurig met de armen en het hoofd naar beneden in het water kwam. Probeer het maar eens, dan zul de grootheid van deze prestatie inzien. Hij kreeg weinig punten, want een jurylid riep desolaat: “ik heb nog zo gezegd geen bommetje”
Waar ik ook zo van kan genieten is van de verslaggevers van wedstrijden. Laatst zag ik een voetbalwedstrijd van Oranje, nou ja voetbal mocht het eigenlijk niet heten, maar toen een tegenstander van grote afstand een bijna subliem schot afvuurde op het Nederlandse doel, vond de radiospreekstalmeester het een ‘gluiperige’ speler, omdat hij onverwachte schoten losliet. Toen onze kleine Wesley, naar mijn smaak nog de enige over gebleven mastodont van Oranje, even later hetzelfde deed, was dat een getuigenis van grote inzet en een heldhaftig inzicht. Naast de coach zag ik Marco van Basten zitten, u weet wel die jongen die geen verantwoordelijkheden aan durft en aan kan, met het gezicht van een oorwurm, maar daar kan hij niets aan doen. Zijn vader heeft direct, toen Marco de ouderlijke woning verliet, zijn slaapkamertje ingericht als het Marco van Bastenmuseum. Echt gebeurd. Ach, misschien ontbreekt het ons wel aan voldoende zelfreinigend vermogen, denk ik wel eens. Ik bedoel, als je een miljoen per jaar verdient en je hebt geen zaken, kantoorpanden, aandelen of personeel, waar zou je je dan nog druk over maken. Voetballen? ja zo lang het lollig is. Waar ze niet aan denken is hun toekomst. Ik bedoel voor sommigen kan het ook slecht aflopen, want voor je het weet eindig je als Youri Mulder, u weet wel, die pafferige bleke afdruk van papa Jan, met wat onnozel geneuzel op de slaperige zondagavond. 
Het is maar een spelletje.