het land van
Kuss
ik leefde in het
land
dat god had laten
vallen
tussen beide
pinken door
het glipte zomaar
uit zijn hand
zweefde
ziggezaggend naar benêe
want toen waren de
landen nog licht
een ijle bries
blies
de aarde schoon en
er kwamen bloemen
eindeloze velden
vol
in geel en blauw
met rood en wit
omzoomd
met blâren taupe
en omber
vogelzang klonk
voor het eerst
het deed mij stil
zijn van verwondering en geluk
kusten kwamen
stranden
en meeuwen roepend
in het blauw
zeeën wit en
turkoois
de tedere
aanraking op mij arm
was een vlinder
zo schoon zo
compleet van pracht en eenvoud
dat ik ontroerde
voor het eerst
proefde ik het zout
op de lippen van
mijn mond
voor het eerst ook
proefde ik het zout in mijn wonden
en wist ineens
waarvan het kwam
ik moest ervan
gaan zitten
op de mosbegroeide
grond
kleed op het zand
de speelse wind
tilde het blad
en bracht het
naar de paar
huizen van de stad
om te versmelten
met de aarde
ook proefde ik
het water van haar
lippen
anders maar ook
zout
ik wilde zeggen
maar vond nog geen
woord
haar vinger op
mijn mond
en met getuite
lippen rond
zei ze susss
ik zuchtte
en noemde haar
Kuss
was ik eens in het
land van Kuss
tussen
roodgeelblauwe bomen
is er één ding
dat heel zeker is
ooit zal ik daar
weer komen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten