Column
145 Paralympics, het is maar een spelletje
In de
jaren ’70 en ’80 werkte ik regelmatig met onze gehandicapte medemensen, zowel
geestelijk als lichamelijk en dan vooral de jongeren daarvan. De meeste vitale
gezonde mensen beschouwen deze groep als zielige, sneue en vooral hulpbehoevende medemensen. Nou, medemensen is misschien iets teveel gezegd,
want door een groepje coryfeeën van de media wordt deze categorie ge- en beschadigden vooral tentoongesteld als de lachwekkende kneusjes van onze
maatschappij, waarmee je de kijkcijfers kunt opschroeven. Wat hebben we niet
gelachen om de mensen die gebukt gingen onder het syndroom van Giles de la
Tourette. Wat hebben we ons niet vermaakt om de eerste optredens van de
Jostiband. Mongooltjes heette dat toen nog, iets wat je nu niet meer mag
zeggen, net zoals negerzoen. Maar toen onze gehandicapten eigen plekjes voor
zich gingen opeisen op het nationale en het wereldpodium van de sport, kwamen
er al gauw een stel uitgekookte valide zakenmannetjes, zeg maar de broertjes
van Harry Mens en Michael van Praag, die daar een prachtig verdienmodel in
zagen. Tenslotte werden de Olympische Spelen voor gehandicapten in het leven
geroepen, de Paralympics. Een dommere naam hadden ze niet kunnen bedenken als
je nagaat dat “para” ‘bescherming ergens tegen’ betekent en lymp staat voor
mank, gehandicapt. Dus deze Spelen beschermen je tegen een handicap. Hoe bedenk
je het, maar het ‘bekt’ lekker zeiden ze, en dat is ook zo. Para kan ook pseudo
betekenen, niet echt, maar net echt. Als het daarvan af stamt is het helemaal
frustrerend voor onze groep lijfelijk incompleten. Want als er iets echt is, is
het wel je handicap. In de periode dat ik met deze mensen werkte heb ik
geleerd, dat humor hun voornaamste drijfveer en redding is en humor is wellicht
de basis van wijsheid. Daar kan de valide, maar o zo gauw op de teentjes
getrapte, medemens nog heel wat van leren. Hoe scherper en gemener de grappen
zijn over elkaars tekortkoming, des te harder werd er geschaterd. Mocht u zich
bij de komende frases gechoqueerd voelen, gelieve dan aan hun humor terug te
denken. Tijdens de openingsceremonie zag ik dat een ernstige spast met breed
zwaaiende armen zijn brandende fakkel liet vallen. Na enkele malen misgegrepen
te hebben schoot er iemand uit het publiek te hulp en raapte zijn fakkel op. Vrolijk vervolgde het ‘zwaailicht’ zijn weg
in de stoet. Bij het schoonspringen van de vijf meter-toren zag ik de
deelnemers gracieus naar beneden vallen. Ik zag hoe iemand zonder benen naar
het einde van de loopplank werd geschoven. Met groteske armgebaren wist hij
zich zo te keren tijdens zijn val, dat hij keurig met de armen en het hoofd
naar beneden in het water kwam. Probeer het maar eens, dan zul de grootheid van
deze prestatie inzien. Hij kreeg weinig punten, want een jurylid riep
desolaat: “ik heb nog zo gezegd geen bommetje”
Waar ik
ook zo van kan genieten is van de verslaggevers van wedstrijden. Laatst zag ik
een voetbalwedstrijd van Oranje, nou ja voetbal mocht het eigenlijk niet heten,
maar toen een tegenstander van grote afstand een bijna subliem schot afvuurde
op het Nederlandse doel, vond de radiospreekstalmeester het een ‘gluiperige’
speler, omdat hij onverwachte schoten losliet. Toen onze kleine Wesley, naar
mijn smaak nog de enige over gebleven mastodont van Oranje, even later
hetzelfde deed, was dat een getuigenis van grote inzet en een heldhaftig
inzicht. Naast de coach zag ik Marco van Basten zitten, u weet wel die jongen
die geen verantwoordelijkheden aan durft en aan kan, met het gezicht van een
oorwurm, maar daar kan hij niets aan doen. Zijn vader heeft direct, toen Marco
de ouderlijke woning verliet, zijn slaapkamertje ingericht als het Marco van
Bastenmuseum. Echt gebeurd. Ach, misschien ontbreekt het ons wel aan voldoende
zelfreinigend vermogen, denk ik wel eens. Ik bedoel, als je een miljoen per
jaar verdient en je hebt geen zaken, kantoorpanden, aandelen of personeel, waar
zou je je dan nog druk over maken. Voetballen? ja zo lang het lollig is. Waar
ze niet aan denken is hun toekomst. Ik bedoel voor sommigen kan het ook slecht
aflopen, want voor je het weet eindig je als Youri Mulder, u weet wel, die
pafferige bleke afdruk van papa Jan, met wat onnozel geneuzel op de slaperige
zondagavond.
Het is maar een spelletje.