Met de nadruk op 'Het'.
Ze droeg een warme grijze wintermantel
met een echt zilvervosje als kraag, toen ze aangesproken werd door een man van
middelbare leeftijd.
Het gebeurde op de Albert Cuyp in
Amsterdam, de grote verzamelplaats van armen en rijken, van blanken en zwarten.
Soms denk ik wel eens, zo hoort de wereld vermengd te zijn. Zoals hier op de
Albert Cuyp en niet zo verminkt als de werkelijkheid.
"Mag ik U effe wat vraoge,
daome?" Zijn brillenglazen waren dik en werden omrand door een zwart en
zwaar montuur.
Hij had zwart sluik haar, dat door de
koude regen vastplakte op zijn hoofd.
Koud was het zeker met slechts enlele
graden boven nul en regen, die twijgelde tussen natte sneeuw en water.
De stad had haar uiterste best gedaan
zich te tooien in het feestkleed van december, maar nu de flarden regen de
straten afsnuffelde, bleef er van het feetselijke weinig over.
"Kijk, daome," zei
hij." ik doen mee met een aktie. De aktie 'voor Het kind, met de nadruk op
Het. Zegt U dat wat?"
Er kwam een grijsblond kort gekapt
bejaard hoofdje uit de zilvervos te voorschijn. "Daar heb ik geloof ik wel
een svan gehoord, ja," sprak het dametje met een allerliefst bescheiden
stemmetje, " heeft dat niet iets te maken met....."
"Juist ja," onderbrak hij
haar," met kinderen. Maar niet alleen met kinderen van deze planeet, het
heeft ook te maken met Het kind, met de nadruk op Het, evenzeer alsmede ook
eveneens met alle kinderen van deze aarde. t Is tenslotte december. Kijk-es
hier daome, voor deze aktie "voor
het kind' met de nadruk op Het, verkoop ik u deze kerstkaarten, voor het
goede doel."
Hij pauzeerde even en keek haar met
zijn brilvergrote zwarte ogen doordringend aan. "En voor een lage
prijs," voegde hij er nog aan toe.
"Maar," wierp het dametje
tegen," gaat die aktie dan niet over postzegels of zo?"
"Ook daome, ook. Kijk-es
daome," en hij diepte een paar velletjes kinderzegels uit een verfomfaaide
bruine aktetas.
"Alle postzegels benne een
kwartje duurder as op et postkantoor. Dat komt zo. De PTT zorgt zogezeid voor
alle aardse kinderen en dat kwartje d'r bovenop is voor Het kind, met de nadruk
op Het, waar evenzeer ook mede de kerstkaarten voor bestemd zijn."
"Gut, ja, ik weet het zo
niet," zei ze aarzelend en probeerde de man onderzoekend aan te kijken,
maar toen hij zijn grote glasogen in de hare prikten, richtte ze snel haar blik
op de langs de kramen trekkende mensen.
"Had ik U al gezegd, dat ze
goedkoop benne? En kerstkaarten heb U toch nodig, nietwaar?"
Het dametje sputterde: Je hoort zo
vaak, dat je bedrogen wordt bij zulk soort akties, he."
"Heb U zelf kinderen?" sneed
zijn scherpe stem dwars door haar heen. Ze schrok van de aggressieve ondertoon
in die stem, en aarzelde.
"Nou, nou heb U ze zelf??"
klonk het nogmaals, toen ze niet snel genoeg antwoordde.
"Gut ja....ik heb vijf kinderen
en veertien kleinkinderen, maar wat hee...."
"Dan zou U niet zo mgen praten,
daome," klonk het bestraffend," dan zou U zulke dingen niet zo mogen
zeggen, weet u dat. Zelf lekker gezonde en rijke kindertjes hebben en die arme
en zieke kindertjes zomaar gewoon laten barsten. Dat is asociaal, daome, heel
asociaal!! En dan heb ik het nog niet eens over het kind, met de nadruk op Het.
Die mag je toch helemaal nooit of te nimmer laten barsten, zeker?"
Het gekapte kopje, dat zoeven nog zo
fier boven het bont had uitgekeken, was weer angstig naar beneden gedoken,
alsof de grijze wintermantel bescherming kon bieden.
:Nou, goed dan," zei ze om van
hem af te zijn, " geeft U mij dan maar een kaart en een postzegel."
"Nee, daome, dat gaat niet. Daar
hebben de kindertjes niks an." zei de man, " ze zitten in zakkies van
vijf stuks. De kaarten benne 7,50 pr zakkie en de postzegels 6,50 per velletje
van zes stuks."
Hij gad ze al zijn tas gediept en
duwde ze de oude vrouw in de handen.
"Dat is dan precies vijftien
gulden," taterde hij verder.
Ze viste een briefje van tien een een
muntstuk van vijf uit haar beursje en wilde dat de man overhandigen. Ineens
trok ze haar hand met het geld terug. "Ho, wacht U eens even, dat is
veertien gulden en geen vijftien."
"Dat weet ik, daome, dat weet ik,
maar de meeste mensen geven graag een piekie extra voor het goeie doel."
Teglijkertijd gristen zijn vinger haar
het geld uit de handen.
"Fijn daome, dank U wel, alsook
mede namens de kinderen en Het
kind."
Hij maakte al aanstalten zich uit de
voeten te maken, toen de oude dame hem vroeg:"Mag ik U eens wat
vragen?"
"Jazeker, daome, maar m'n tijd is
beperkt. De kindertjes, begrijpt U wel."
"Hebt U zelf kinderen?"
vroeg ze.
De man aarzelde toen ze hem
belangstellend aankeek.
"Ja," zei hij
achterdochtig," ja ik heb drie kindertjes, hoezoo?"
"O, gelukkig," sprak de oude
mevrouw," dat is een hele geruststelling."
"Hoezo, doame, een
geruststelling?" De man was op zijn hoede.
"Nou kijk," hernam de
dame," als U een bedrieger bent, dan komt er in elk geval toch nog iets
van mijn geld bij de kinderen terecht. Uw eigen kinderen, begrijpt U wel? Want
die zullen het dan wel niet zo makkelijk hebben ....met zo'n vader.
Goedenmiddag."
En weg liep ze, om zich nog even om te
draaien, naar de verbijsterde man, die waarschijnlijk voor het eerst met een
mond vol tanden stond.
"Vrolijk kerstfeest voor U en Uw
kinderen," wuifde ze hem toe.
"Krijg nou wat..." gromde de
man binnensmonds, maar zijn ogen speurden alweer het trottoir af naar een
volgend slachtoffer.