vrijdag 30 oktober 2015

hartstikke


Hartstikke...

Het was een grijs geheel, daar in dat kamertje. Het spaarzame licht dat door de kleine ramen naar binnen viel maakte het er niet vrolijker op. Vooral niet omdat zij uitzicht boden op een grauwstenen muur.
Hij zat achter een groot bureau, zo’n klassiek zwaar meubel van rood mahoniehout gemaakt, met mooie dikke gedraaide poten. Met de wijsvinger van zijn rechterhand rolde hij het wieltje van zijn computermuis heen en weer. Waarom nou steeds heen en weer, dacht ik. Dan gaat het beeld toch steeds op en neer, op en neer. Zijn matte blauwe ogen verraadden zijn vermoeidheid. Ach hij was de leeftijd van dagelijkse harde arbeid ook al gepasseerd. Zo gaat dat, als je de leeftijd bent gepasseerd, wordt je zelf ook gepasseerd door de jongere mensen, die jouw werk wel willen overnemen, die jouw plaatsje wel willen innemen. Jóuw plaatsje, waaraan je een heel leven hebt gebouwd en waar je hard voor hebt geknokt. Waar je duizenden mensen hebt ontvangen, die tegenover je zaten, aan de andere kant van dat majestueuze bureau. “Ja,” sprak hij langzaam, zonder zijn ogen van het scherm af te wenden. “Ja, ik zie dat je in 2011 boezemfibrilleren hebt gehad...”
“Nou” zei de man tegenover hem, “nou. ..dat was volgens mij geen boezemfibrilleren, maar..”
“Ja,” vervolgde de arts, ”hier staat het... boezemfibrilleren...2011, ja hoor, ja” 
“Nee,” hernam de man,” dat was geen boezemfibrilleren. Ik ben toen gekatheteriseerd, vanwege pijn op de borst. Maar dat bleek te komen van de medicijnen, omdat ze  vergeten waren mij maagbeschermers voor te schrijven. Jouw collega.....”
Verder kwam hij niet, want hij werd onderbroken door de vraag:”Had je verder nog klachten of vragen?” Inmiddels keek hij niet meer naar het beeldscherm, maar bladerde lusteloos in een dossiermap, die zijn beste tijd allang had gehad, gezien de vele aantekeningen op de buitenkant en de dikke stapel A-viertjes aan de binnenkant. “Ja....eh....ik weet niet..,” zei de man. Er klonk teleurstelling in zijn stem. “Ja ik heb voor de zoveelste keer weer een nieuwe verpakking van een medicijn. Kan het zijn dat ook de samenstelling ervan dan is veranderd, want het lijkt wel iets minder te werken dan die vorige.”
En omdat de arts zweeg vervolgde hij: ” ...eh...misschien dat je lichaam d’r eerst aan moet wennen...”
De arts sloeg de map dicht en draaide zich weer naar zijn computer. “Dat zou kunnen,” mompelde hij. “ Zullen we dan maar weer over een jaar afspreken?”
De man in de patiëntenstoel schuifelde ongemakkelijk heen en weer. “Hebt u de bloeduitslagen al binnen. Ik heb vorige week...”
“Ja,” zei de arts, ”die ben ik juist aan het opzoeken.” Zijn wijsvinger rolde weer heen en weer. “Ja, hier heb ik het....even kijken....ja hoor, alles ziet er behoorlijk uit....nou dat is dan mooi....niets om je zorgen over te maken. Loop maar even mee naar de secretaresse voor een afspraak.”
Op de gang gaf hij me een hand. “Tot de volgende keer dan maar....o ik zie dat je de golfschoenen al aan hebt...”
“Ja,” zei de man, “ik ga zo meteen de baan.....” 
Maar de arts had zich al omgedraaid en de deur van zijn spreekkamer sloeg dicht. Weemoedig staarde de man naar de dichte deur en dacht aan zijn oude dorpsdokter, die tijd voor je had, die belangstelling voor je had, die met je was begaan en naar je kon luisteren en die....
“Kijk eens meneer Koning, uw nieuwe afspraak voor volgend jaar...ziet u....kwart over tien op  4 november...”
“Ik wil het liefst zo vroeg mogelijk “ zei ik.
“Ja,” zei de secretaresse,” dat staat hier...kwart over tien...ziet u wel..” Laat ik maar niet aandringen, dacht ik, want straks vinden ze me nog een vervelende ouwe vent.

Eenmaal in de veilige armen van de autostoel, dacht ik:  nou ja, laat maar gaan, de uitslagen waren goed en zo meteen...heerlijk naar de golfbaan. De zon schijnt magertjes maar het is windstil...een prachtige herfstdag.

dinsdag 27 oktober 2015

Kent gij het land...

Kent gij het land.....

Zo begon een oud volksliedje dat zingt van de grote heldendaden van de Nederlanders, dat kwettert van de sterke verbondenheid met ons koningshuis en dat vooral vertelde hoe nauw het christendom met volk verbonden is. Zo begon het:
Kent gij het land, der zee ontrukt
Door d'arbeid van een voorgeslacht
Dat nooit verwonnen heeft gebukt
Of 't hief zich op met groter kracht?
Nou..... kent gij dat land?  Dat land waar ze zondags braaf hun gebeden prevelen om vrede, om genade om liefde voor elkaar. Waar de mensen elkaar steunen en ondersteunen. Waar armoede en criminaliteit niet bestaat en waar voldoende voedsel voor iedereen binnen handbereik ligt. Dat land waar voor je wordt gezorgd als je dat zelf niet meer kan. Die plek die open staat voor iedereen die in nood verkeert, waar zieken en gezonden even belangrijk zijn. Dat volk, waar verdriet altijd wordt getroost en waar vreugde altijd wordt gedeeld. Waar een ieder zijn rechtmatig deel bijdraagt aan de maatschappij. Waar ze elkaar nooit oplichten. Waar ze elkaar omhoog trekken en niet de grond in trappen.  
Kent gij dat land? Nou...? 
Nou, ik ook niet.
Ik ken wel een land waar al zoveel sprookjes in duigen zijn gevallen, dat kleine stukje land waar dagelijks hoop en wanhoop hand in hand wandelen. 
De grond, waar om elke centimeter wordt gestreden en die wordt gekoesterd en die wordt misbruikt. Waar de wolken, de vogels en de F-16s vrij spel hebben, waar je niet diep genoeg kan zuchten om je op te luchten. 
Waar je niet ver genoeg kan wegkruipen om te schuilen. 
Waar geen zuurstof is om je lijf te verfrissen en te verhelderen. 
Waar je hoestend het opgeblazen tatastof inademt en pefas eet. 
Dat land, waar veiligheid niet wordt geboden, waar onvrede wordt verafgood en waar verraad een betaalde baan is. 
Waar iedereen diep in het hart oeverloos verlangt naar dat andere land. 
Dat wonderlijke, heerlijke en vergevingsgezinde land waar de mens een onderdeel is van de natuur en waar je eigen aard nog is verweven met de omgeving. 
Waar je gerust zonder angst een fout mag maken. 
Dat land dat overstroomd is met naastenliefde en waar welvarende kansrijke steden zijn. 
Dat land ver weg ergens in het noordwesten.
Ze moesten eens weten...


Alzheimer a/d Rijn

 Alzen a/d Heim

Wat konden we weer smullen van de megaramp in Alphen aan de Rijn. Vooral de extra ingelaste NOS-uitzendingen met live verbindingen met de rampplek, deden mij verstijfd van schrik rechtop in de stoel zitten. Hoeveel doden zouden er zijn, hoeveel ernstig gewonden zouden er nog onder het puin liggen. Welke vervolgrampen zouden nog in het verdere verloop op deze ramp volgen, zoals lekke gasleidingen met de daarbij behorende ontploffingen, instortingen van huizen, wegzakkende kades, waardoor wellicht half Alphen onder zou kunnen stromen. Alle hulpdiensten waren uitgerukt, ambulances, politie, brandweer, de volledige vloot van helikopters en natuurlijk de drones voor de mooie plaatjes op de televisie.
Na een uur vol angstige spanning waren er nog steeds geen slachtoffers te betreuren, hoewel de dames van het journaal toch wel de verwachting hadden dat die beslist nog wel moesten komen. De ravage was groot en de dapperste buurtbewoners, nog witjes om de neus, waagden zich naar buiten. Zij hadden de filmploeg van SBS6 gezien en dachten...nou dan kunnen wij ook wel naar buiten. Even zwaaien in de camera...”wat zegt u?...of ik iets zeggen wil voor de camera.....ja natuurlijk. Nou kijk, daar liggen die kranen en in die straat daarachter....daar is mijn opa geboren...dus u begrijpt...dat hakt er wel in..Of ik geschrokken ben? Nee dat niet, maar mijn man wel, die probeert nu de paniek uit zijn lijf te jagen met een glas whisky...”

Na vier uur nog steeds geen gewonden, maar er moest nog wel een hondje onder het puin liggen. Ploegen met speurhonden hadden het beestje gauw gevonden, want het bleek een loops teefje te zijn, dus die speurhonden hadden d'r wel zin in. Het diertje was zojuist overleden. “We hebben eindelijk een slachtoffer!!” schreeuwde de regisseur verheugd vanuit de regiekamer. “Inzoomen zodra je tranen ziet!” was zijn commando. Godzijdank hebben ze iets doods gevonden, als is het dan maar een hondje. Maar was dit reden genoeg om een stille tocht, een herdenkingsdienst en een condoleanceregister in het gemeentehuis, te overwegen. Als er menselijke slachtoffers waren geweest, was dat allemaal veel makkelijker gegaan. Dan was er een berg dierknuffels ontstaan en een berg bloemen. Dan had elke Nederlander wel een familielid een vriend of een kennis gehad die bij deze ramp betrokken was. Maar voor een dood loops teefje....ja....dan moeten we eigenlijk maar menselijke knuffels op de plek van de ramp neerleggen. Daar hebben we er nog wel een paar van. Een knuffelmarokkaan, een knuffelhomo, een knuffeldwerg of een knuffelpoliticus. Zelf dacht ik hierbij aan Ali B, Richard Groenendijk, Wesley Snijder en Jeanine Hennis. De Alphense burgemeester vond niet dat de gemeente iets vergeten was, zoals de controle op het naleven van de veiligheidsvoorwaarden, of de bedoelingen van de aannemer technisch gezien wel goed waren en of de buurt niet van tevoren ontruimd had moeten zijn. Of dat de gemeente het aannemersplan had moeten keuren op mogelijke gevaren voor haar bevolking. Nee, niets van dat alles, ze waren echt niets vergeten... Raar hoe plotseling een geheugen kan verdwijnen. Alzheimer aan de Rijn, dacht ik even, maar dat kan niet want ze is van het CDA en die vergeten nooit iets, vooral zichzelf niet.

K3-Vlekkenwater



K3-Vlekkenwater

In mijn jonge jaren was K3 een tube pasta, waarmee je vlekken uit kleding kon verwijderen. Maar je kon het ook in flesjes krijgen als ‘vlekkenwater’. Dat was nog in de tijd van Vim, Sunlightzeep en Bondstreet sigaretten voor 45 cent. Vanmorgen stond er iemand voor mij bij de kassa van onze lokale supermarkt en hij rekende een pakje shag af, met vloeitjes. “Dat is dan 10 euro 45,” zei de kassière.  Even dacht ik weemoedig terug aan de gulden en rekende snel het genoemde bedrag terug tot de heimwee-munt. Dat is dan 23 gulden. In mijn rokerige glorietijd verbrandde ik ongeveer anderhalf pakje sigaretten per dag, zeg maar gelijk aan een pakje shag.  In de maand dus bijna 700 gulden, zeg maar 8500 gulden per jaar. Als Bondstreet er nog was geweest voor die oude prijs, was de rookschade per jaar slechts 110 euro geweest. Ja tijden veranderen.
In de Tweede Wereldoorlog staken duizenden mensen de Middellandse Zee over naar Afrika om aan het oorlogsgeweld te ontsnappen. Ook Engelandvaarders waren er genoeg. Dat is nu goed omgedraaid. Jammer alleen dat de aantallen zo enorm zijn toegenomen, net zoals de guldens van de sigaretten. Jammer ook dat sommige politieke richtingen de wanhopige vluchtelingen meteen tot zondebok maken van het falen van onze graaicultuur. U weet wel wie ik bedoel. Zo zie je maar wat langdurig gebruik van waterstofperoxide op je hoofd doet met je hersenen. H2O2 is de chemische formule van dat spulletje en het is nog explosief ook, zeker als je er wat rare gedachten aan toevoegt. Het zat bijvoorbeeld ook in vliegtuigbrandstof en in torpedo’s. De ramp met de Koersk werd zeer waarschijnlijk veroorzaakt door een H2O2 lekkende brandstoftank. En als je het op het kleren kreeg, dan bleekte het meteen alle kleuren eruit. Daar hielp geen K3 meer aan.

Mijn kleinkinderen weten daar niets van natuurlijk. Hun gedachten zijn gevuld met de K3 dames, die zichzelf te oud vinden voor deze kinderachtige liedjes. Maar de kinderen zijn er waanzinnig dol op, dus dat is op zich wel een prestatie. Mijn kleindochter brandt van nieuwsgierigheid, wie de nieuwe meisjes zullen zijn om K3 voort te zetten. Je kon jezelf ook opgeven, of je zusje of je vriendin. Persoonlijk heb ik ook enkele namen ingestuurd van meisjes die ik daar heel geschikt voor zou vinden. Daar is bij voorbeeld ene Patricia, ene Patty en een zekere Bonnie. Patricia kan, gezien de keuzes van haar partners, erg goed met kinderen omgaan. Patty heeft heel veel kinderachtige liedjes gezongen en Bonnie is na zoveel hectoliters drank zelf volledig kinds geworden. Alleszins een illuster trio, dat een grote toekomst tegemoet zou kunnen gaan.....als ze gekozen worden, maar ja....WHOAAAA GERTJE!!!!....is natuurlijk ook niet op zijn Belgische achterhoofd gevallen. Amai zeg, awel, daar had ik u goed liggen, hè. 

woensdag 14 oktober 2015

geachte rebbe


Geachte Rebbe,


“G’D greep in zichzelf en schiep zo de mensenziel”. G’D deelt zijn ziel met elk element in de schepping, dus ook met de mens. Het is de moeite waard een bestudering te maken van de herijking van de betekenissen van ziel, geest en materie. In mij aangereikte kennis, zoals omschreven in mijn eindrapport hierover, hoewel het leren nooit een einde neemt maar het individuele leven op aarde wel, kwam ik tot de formulering dat de ziel in wezen G’D is, die de goddelijke gedachten als leidraad en als instrument aan ons tijdelijk ter beschikking stelt in de vorm van de geest. Het lichaam tenslotte vertegenwoordigt de materie in de schepping.
Inderdaad is de optimale vrijheid om die beslissingen te nemen zoals het elk individueel mens goeddunkt, van essentiële waarde. Immers zonder die beslissingsbevoegdheid hebben besluiten geen enkele waarde meer. Wil je het licht vinden, dan moet je in het duister zoeken. Wil je weten wat goed is, dan moet je het kwade kennen. Naast al deze “aardse” begrippen, wij gaven toch invulling aan deze woorden, zijn er de G’Dlijke inhouden, waarvan we de meeste in onze ziel wel weten, maar die grotendeels verborgen zijn zolang we niet willen zien en willen horen. Zolang we er niet naar op zoek gaan, zal het niet gevonden worden. Zolang wij elkaar bestrijden op elk vlak, zullen we elkaar nooit vinden. Stoppen met de strijd zal vervangen moeten worden in “op zoek gaan naar de ander”, waardoor er meer zielen bijeen zullen zijn, en daardoor de “hoeveelheid G’D”groter en daardoor duidelijker wordt, dichterbij komt als het ware.
Tenslotte iets over ‘belonen en straffen’
Beide begrippen zijn aardse begrippen en geboren uit macht en onmacht, dat overigens niet hetzelfde is als goed en kwaad. Wie zal je belonen, behalve jezelf, wie zal je straffen. De grootheid van G’D schuilt in jezelf en het allerergste is dat ooit dat inzicht in ieder mens zal doorbreken en dat je dan jezelf zal moeten zuiveren, want het is de zuivering die een mens schoonmaakt en niet de beloning of de straf. Dat maakt belonen en straffen tot een dwaze vertoning.

U liefde en wijsheid toewensend groet ik u hartelijk
Istvan A Koning

zondag 11 oktober 2015

Gerard Kremer

Gerard Kremer.

Hij was de grootste in zijn vak.
Tenminste als je zijn werk als een vak moet zien.
Hij was musicus en onder andere leraar aan de toenmalige kweekschool, waar ik zijn lessen volgde, de huidige Da Costa Pabo. Mijn band met hem liep ook via de muziek, zoals alles bij hem, klank, kleur en diepe emotie was.
Hij was jong, werd slechts zesendertig jaar, maar had het onbestemde uiterlijk van iemand, die net zo goed zestig had kunnen zijn. Groot en zwaar gebouwd
bestuurde hij een minuscuul klein autootje, klasse Trabant.
Ik wil schrijven over deze man, omdat hij op zeer jonge leeftijd is gestorven en weinig werk heeft kunnen achterlaten. Datgene wat hij achterliet was van een dermate grote schoonheid, dat die nooit verloren mag gaan of vergeten mag worden.
Zoals zoveel kunstenaars was hij aanvankelijk sterk gestuurd door zijn rotsvaste vertrouwen in God, hoewel hij daar nooit dweperig over deed. Ook hier was de muziek weer zijn verbinding met de religie.
Als hij 'kerkmuziek' speelde, dan speelde hij niet zozeer om de mensen in de kerk te begeleiden, maar om God te eren door zo mooi mogelijk voor Hem te spelen.
Zijn jazzvoordrachten zijn onvergetelijk, en ook daar in excelleerde hij met de grootst mogelijke passie.
Vertelde hij over de schoonheid van Mahler, dan huilde hij van verdriet de man nooit gekend te hebben. Hij had zoveel vragen, die hij hem en andere componisten had willen stellen.
Nooit betichtte hij anderen van a-muzikaliteit. In alles zat klank, zelfs in je stem of in de betekenis je woorden.
Hij was een kind, een heel groot en heel lief kind, die in zijn huwelijk niet echt werd gesteund in zijn letterlijke en figuurlijke grootheid.
Zijn hechte samenwerking met bijvoorbeeld de dichter Jan Wit en de dichter Christiaan Barnard leidde tot magnifieke composities, waarvan er enkele opgenomen zijn de liedbundel voor de protestantse kerken.
Hij deed het niet voor het geld. Het fenomeen geld kende hij in het geheel niet. Wist ook niet wat je er allemaal mee kon doen. Verfoeide het eerder, dan dat hij het gebruikte. Zijn zakken waren ook altijd leeg. Wat hij al eens had, werd weggegeven of weggetrakteerd.
In zijn composities gaf hij blijk van intense harmonische vernieuwing. Hij was op zoek naar welluidendheid in nieuwe vormen en klanksamenstellingen.
In zijn begeleidingen was hij zo verrassend, dat zelfs de grootste muziekhater zijn oren spitste. Zoiets hadden we nog niet gehoord.
De toenmalige directeur van die school zei van zichzelf, dat hij geen enkel, maar dan ook geen enkele gevoel had voor muziek.
Hij omschreef muziek als een vorm van lawaai, zij het dan een georganiseerd lawaai. Het verschil tussen Bach en de Beatles kon hem niet worden uitgelegd. Voor hem waren ze hetzelfde.
Maar regelmatig zag ik hem in de lunchpauze achter in de aula zitten, als Gerard Kremer en ik vierhandig aan het improviseren sloegen.
Vier jaar mocht ik van zijn lessen genieten en van hem leren, dat het vertalen van emotie in klanken een zoektocht moet zijn op het klavier om je emotie zo duidelijk mogelijk te maken, zoals je in een gesprek naar de juiste woorden zoekt om jezelf aan andere mee te delen.
Hij was een grootse dichter in de klank, een excellente schilder van tonen, een stuurman op het schip van de muziek. Een toevoeger en innovator van zijn kunst. Zijn bijdrage, hoe kort hij ook heeft geleefd is voor mij van onschatbare waarde, evenals zijn mens-te-durven-zijn in al zijn grote grootheid en zijn grote kleinheid.
Gerard Kremer, een man om aandacht aan te schenken. 
Een man om te bewaren.


meneer Kwekkeboom

Kaassoufflé

Geachte meneer Kwekkeboom,
Laatst werd ik getrakteerd op een friteuse. Mijn kinderen hadden voor de afgelopen Vaderdag diep in de buidel getast en gezamenlijk voor mij een frituurpan gekocht. U begrijpt wij stonden te juichen en stroomden, tranen plengend, over van dankbaarheid. Een heuse luxueuze friteuse, da’s dus geen kattepeuse. Nu lust ik af en toe wel een in olie gebakken versnapering en ook op onze golfclub kun je zulke dingetjes wel krijgen. De afgelopen maanden hebben we verschillende fabrikanten, die deze hapjes kant en klaar voorbereid in een diepvriesdoosje hebben gestopt, uitgeprobeerd. En eerlijk is eerlijk, die van u kwamen er heel goed vanaf. Gisteren mocht ik voor het eerst uw kaassoufflé proberen. Een prachtig goudkleurig rolletje lag op mijn bordje kokend heet te wezen. Even wachten dus en vooral niet te snel toehappen. In twee stukjes snijden, dacht ik, dan koelt het sneller af. Eenmaal doorgesneden lagen er twee halve delen, elk met een hol gapend gat in het midden. De donkere holtes, waarin we keken, zagen er geheimzinnig uit en als ware speleologen daalden we af in de krochten van de zojuist geopende grotten. Prachtig schone wanden en een prettige geur. Het gefrituurde deegje was overigens best wel smakelijk. De ene helft at ik zo op, maar de andere helft vulde ik met appelmoes. Een heerlijke combinatie die aan te bevelen is. Mijn souffleetje kreeg navolging van de andere disgenoten. U begrijpt dat nu iedereen begon te experimenteren en met allerlei verschillende ingrediënten uw holle gouden buisjes ging vullen. Met gember, met kwark, met stroop, noem maar op. Ook was er iemand die er sambal in deed, maar die heeft de rest van de avond in de vrieskou buiten gestaan met de bek wagenwijd open. Unaniem echter waren we van mening dat er één ingrediënt het lekkerste was. Dat zou u ook eens moeten proberen. Kaas, gewoon lekkere gerijpte kaas. Heerlijk zo’n snack. Ja, wij genieten volop van onze friteuse. Ik zat vroeger op de middelbare school in de klas bij uw zusje Manna. Zo zie je maar, van hemelbrood naar kaassoufflé is maar een kleine stap. Waarom ik u dit schrijf?....Wel da’s eenvoudig. Kijk, bij ons op de golfclub is het gebruikelijk om aan de slechtste speler een bitterbal uit te reiken. Maar dat heeft wél enige inhoud, die bitterbal van ons, want daar zit de opdracht in om volgende keer meer te presteren. Nu ben ik zo bang als wij die bitterbal van u gaan betrekken, het net zo’n loze beukennoot wordt als uw kaassoufflé. Wil u daar in het vervolg een beetje op letten? En zo’n knalharde buitenkant hoeft ook niet echt. Als u toch aan het veranderen gaat, doe dat dan ook meteen maar. Het gaat zo tussen je zwevende brug zitten en dat kan verrekte zeer doen. Ja, dank u wel. Zojuist at ik een balletje van meneer van Dobben,

....tja ........wat zal ik daar van zeggen..... 

vrijdag 2 oktober 2015

kindje op de kust

kindje op de kust

zo stil als jij
en ligt er geen
zo zacht en zoet in slaap gesust
de diepe zee het wijde strand
mijn kindje op de kust
dommel en dein dommeldein
rood en blauw lief mensje klein
dommeldein dommeldom
nooit komt rood en blauw weerom
rombom

de hele wereld heeft gezien
hoe jij de veilige aarde kust
lig maar wit en lig maar stil
zing zachtjes het refrein
dommel en dein dommeldein
rood en blauw lief mensje klein
dommeldein dommeldom
nooit komt rood en blauw weerom

je leven brak als glas
terwijl het niet echt begonnen was
je huilde    gilde     vocht
het werd koud en zout van binnen
terwijl je oog je moeder zocht
maar als een visje zonder vinnen
dreef ze bij je weg
niet naar de school
maar naar de drom rombom
je kwam niet van
je kwam niet voor
maar je kwam er om rombom
dommel en dein dommeldein
rood en blauw lief mensje klein
dommeldein dommeldom
nooit komt rood en blauw weerom
rombom

Ik ken die plek
van zee en land
van water in je lijf
de plek van koud en stijf
en korrels in je hand
ooit lag ik zelf aan een waterkant
mijn leven kwam weerom rombom
door de liefste mensen
van het land
bracht mij zelfs de ouderdom
nu ik jou zo zie
lig ik daar weer
zo broos  zo ijl  zo teer
dat jij  ons niet meer vergeven kan
dat doet oneindig zeer
dommel en dein dommeldein
rood en blauw lief mensje klein
dommeldein dommeldom
nooit komt rood en blauw weerom
rombom

zo stil als jij
en ligt er geen
zo zacht en zoet in slaap gesust
de diepe zee het wijde strand
mijn kindje op de kust