Hartstikke...
Het
was een grijs geheel, daar in dat kamertje. Het spaarzame licht dat door de
kleine ramen naar binnen viel maakte het er niet vrolijker op. Vooral niet
omdat zij uitzicht boden op een grauwstenen muur.
Hij
zat achter een groot bureau, zo’n klassiek zwaar meubel van rood mahoniehout
gemaakt, met mooie dikke gedraaide poten. Met de wijsvinger van zijn
rechterhand rolde hij het wieltje van zijn computermuis heen en weer. Waarom
nou steeds heen en weer, dacht ik. Dan gaat het beeld toch steeds op en neer,
op en neer. Zijn matte blauwe ogen verraadden zijn vermoeidheid. Ach hij was de
leeftijd van dagelijkse harde arbeid ook al gepasseerd. Zo gaat dat, als je de
leeftijd bent gepasseerd, wordt je zelf ook gepasseerd door de jongere mensen,
die jouw werk wel willen overnemen, die jouw plaatsje wel willen innemen. Jóuw
plaatsje, waaraan je een heel leven hebt gebouwd en waar je hard voor hebt
geknokt. Waar je duizenden mensen hebt ontvangen, die tegenover je zaten, aan
de andere kant van dat majestueuze bureau. “Ja,” sprak hij langzaam, zonder
zijn ogen van het scherm af te wenden. “Ja, ik zie dat je in 2011
boezemfibrilleren hebt gehad...”
“Nou”
zei de man tegenover hem, “nou. ..dat was volgens mij geen boezemfibrilleren,
maar..”
“Ja,”
vervolgde de arts, ”hier staat het... boezemfibrilleren...2011, ja hoor,
ja”
“Nee,”
hernam de man,” dat was geen boezemfibrilleren. Ik ben toen gekatheteriseerd,
vanwege pijn op de borst. Maar dat bleek te komen van de medicijnen, omdat
ze vergeten waren mij maagbeschermers
voor te schrijven. Jouw collega.....”
Verder
kwam hij niet, want hij werd onderbroken door de vraag:”Had je verder nog
klachten of vragen?” Inmiddels keek hij niet meer naar het beeldscherm, maar
bladerde lusteloos in een dossiermap, die zijn beste tijd allang had gehad,
gezien de vele aantekeningen op de buitenkant en de dikke stapel A-viertjes aan
de binnenkant. “Ja....eh....ik weet niet..,” zei de man. Er klonk
teleurstelling in zijn stem. “Ja ik heb voor de zoveelste keer weer een nieuwe
verpakking van een medicijn. Kan het zijn dat ook de samenstelling ervan dan is
veranderd, want het lijkt wel iets minder te werken dan die vorige.”
En
omdat de arts zweeg vervolgde hij: ” ...eh...misschien dat je lichaam d’r eerst
aan moet wennen...”
De
arts sloeg de map dicht en draaide zich weer naar zijn computer. “Dat zou
kunnen,” mompelde hij. “ Zullen we dan maar weer over een jaar afspreken?”
De
man in de patiëntenstoel schuifelde ongemakkelijk heen en weer. “Hebt u de
bloeduitslagen al binnen. Ik heb vorige week...”
“Ja,”
zei de arts, ”die ben ik juist aan het opzoeken.” Zijn wijsvinger rolde weer
heen en weer. “Ja, hier heb ik het....even kijken....ja hoor, alles ziet er
behoorlijk uit....nou dat is dan mooi....niets om je zorgen over te maken. Loop
maar even mee naar de secretaresse voor een afspraak.”
Op
de gang gaf hij me een hand. “Tot de volgende keer dan maar....o ik zie dat je
de golfschoenen al aan hebt...”
“Ja,”
zei de man, “ik ga zo meteen de baan.....”
Maar
de arts had zich al omgedraaid en de deur van zijn spreekkamer sloeg dicht.
Weemoedig staarde de man naar de dichte deur en dacht aan zijn oude
dorpsdokter, die tijd voor je had, die belangstelling voor je had, die met je
was begaan en naar je kon luisteren en die....
“Kijk
eens meneer Koning, uw nieuwe afspraak voor volgend jaar...ziet u....kwart over
tien op 4 november...”
“Ik
wil het liefst zo vroeg mogelijk “ zei ik.
“Ja,”
zei de secretaresse,” dat staat hier...kwart over tien...ziet u wel..” Laat ik
maar niet aandringen, dacht ik, want straks vinden ze me nog een vervelende
ouwe vent.
Eenmaal
in de veilige armen van de autostoel, dacht ik:
nou ja, laat maar gaan, de uitslagen waren goed en zo meteen...heerlijk
naar de golfbaan. De zon schijnt magertjes maar het is windstil...een prachtige
herfstdag.