Geachte Rebbe,
“G’D greep in zichzelf en schiep zo de mensenziel”. G’D
deelt zijn ziel met elk element in de schepping, dus ook met de mens. Het is de
moeite waard een bestudering te maken van de herijking van de betekenissen van
ziel, geest en materie. In mij aangereikte kennis, zoals omschreven in mijn
eindrapport hierover, hoewel het leren nooit een einde neemt maar het
individuele leven op aarde wel, kwam ik tot de formulering dat de ziel in wezen
G’D is, die de goddelijke gedachten als leidraad en als instrument aan ons
tijdelijk ter beschikking stelt in de vorm van de geest. Het lichaam tenslotte
vertegenwoordigt de materie in de schepping.
Inderdaad is de optimale vrijheid om die beslissingen te nemen zoals het elk individueel mens goeddunkt, van essentiële waarde. Immers zonder die beslissingsbevoegdheid hebben besluiten geen enkele waarde meer. Wil je het licht vinden, dan moet je in het duister zoeken. Wil je weten wat goed is, dan moet je het kwade kennen. Naast al deze “aardse” begrippen, wij gaven toch invulling aan deze woorden, zijn er de G’Dlijke inhouden, waarvan we de meeste in onze ziel wel weten, maar die grotendeels verborgen zijn zolang we niet willen zien en willen horen. Zolang we er niet naar op zoek gaan, zal het niet gevonden worden. Zolang wij elkaar bestrijden op elk vlak, zullen we elkaar nooit vinden. Stoppen met de strijd zal vervangen moeten worden in “op zoek gaan naar de ander”, waardoor er meer zielen bijeen zullen zijn, en daardoor de “hoeveelheid G’D”groter en daardoor duidelijker wordt, dichterbij komt als het ware.
Tenslotte iets over ‘belonen en straffen’
Beide begrippen zijn aardse begrippen en geboren uit macht en onmacht, dat overigens niet hetzelfde is als goed en kwaad. Wie zal je belonen, behalve jezelf, wie zal je straffen. De grootheid van G’D schuilt in jezelf en het allerergste is dat ooit dat inzicht in ieder mens zal doorbreken en dat je dan jezelf zal moeten zuiveren, want het is de zuivering die een mens schoonmaakt en niet de beloning of de straf. Dat maakt belonen en straffen tot een dwaze vertoning.
U liefde en wijsheid toewensend groet ik u hartelijk
Istvan A Koning
Inderdaad is de optimale vrijheid om die beslissingen te nemen zoals het elk individueel mens goeddunkt, van essentiële waarde. Immers zonder die beslissingsbevoegdheid hebben besluiten geen enkele waarde meer. Wil je het licht vinden, dan moet je in het duister zoeken. Wil je weten wat goed is, dan moet je het kwade kennen. Naast al deze “aardse” begrippen, wij gaven toch invulling aan deze woorden, zijn er de G’Dlijke inhouden, waarvan we de meeste in onze ziel wel weten, maar die grotendeels verborgen zijn zolang we niet willen zien en willen horen. Zolang we er niet naar op zoek gaan, zal het niet gevonden worden. Zolang wij elkaar bestrijden op elk vlak, zullen we elkaar nooit vinden. Stoppen met de strijd zal vervangen moeten worden in “op zoek gaan naar de ander”, waardoor er meer zielen bijeen zullen zijn, en daardoor de “hoeveelheid G’D”groter en daardoor duidelijker wordt, dichterbij komt als het ware.
Tenslotte iets over ‘belonen en straffen’
Beide begrippen zijn aardse begrippen en geboren uit macht en onmacht, dat overigens niet hetzelfde is als goed en kwaad. Wie zal je belonen, behalve jezelf, wie zal je straffen. De grootheid van G’D schuilt in jezelf en het allerergste is dat ooit dat inzicht in ieder mens zal doorbreken en dat je dan jezelf zal moeten zuiveren, want het is de zuivering die een mens schoonmaakt en niet de beloning of de straf. Dat maakt belonen en straffen tot een dwaze vertoning.
U liefde en wijsheid toewensend groet ik u hartelijk
Istvan A Koning
Geen opmerkingen:
Een reactie posten