zaterdag 12 december 2015

zinnig

Een nieuw woord  met grote potentie heeft in onze taal zijn intrede gedaan. Een woord dat een grote toekomst tegemoet gaat en waar iedereen eens mee te maken zal krijgen. Elk jaar worden er nieuwe woorden toegevoegd die dikwijls bedacht zijn door politici die iets te verbergen hebben of door wetenschappers die iets nieuws hebben gevonden. Maar de laatste jaren zie je dat de 'grote' zakenjongens, zoals bankiers en verzekeraars, maar ook vastgoedmagnaten en grootcriminelen (ook een nieuw woord trouwens) woorden bedenken om de mensen af te leiden. Dikwijls met een eufemistische tintje eraan, dus het is erger dan het lijkt. Onlangs werd een oud-minister, die nu zorgverzekeraar is en daarmee ruimschoots de Balkenende-norm vervijfvoudigd, geïnterviewd en hij gebruikte het nieuwe woord en dat luidde:....ZORGZINNIG.
De betekenis laat zich raden. Immers er zijn onlangs nieuwe ontwikkelingen op de medische markt mogelijk gebleken om bijvoorbeeld longkanker te genezen of hartoperatie te perfectioneren. Echter de heren verzekeraars vinden het goedje voor de kankerpatiënten te duur en de robot die de hartoperatie veiliger en sneller kan uitvoeren dan een levende specialist, te kostbaar, Zeker voor de oudere mens, die toch al niet meer zo lang te leven heeft is dat veel te begrotelijk. Dat betekent in gewone taal, dat bejaarden het gewoon niet meer waard zijn. Zolang je geld oplevert wordt er in je geïnvesteerd. Daarna niet meer. Gek hè, dat vrouwenhandel niet mag en bejaardenhandel gewoon wordt voorgeschreven. Maar ja, wat wil je als je een premier hebt die woorden als 'klootzak' moet gebruiken om zijn eigen leugenachtige zwakheid te verbergen. En grote boeven en 'partijgenoten'  allen financieel van de 'partij genoten' hebben.
Het eerste zinnige woord dat nu in me opkomt is..... ONZINNIG.... .ZWAKZINNIG..... zou ook nog kunnen.... Misschien is dit stukje niet echt schrijfzinnig, maar ja een mens wil wel eens een ei leggen. ...............scherpzinnig......stompzinnig....... er zijn er vast nog veel meer te bedenken.

donderdag 10 december 2015

het kindeke Jan

het kindeke Jan

Een verschrompeld tandeloos rimpelgezichtje in Roemenië, zittend voor een scheefgezakt krot, waarin een schurftige hond de laatste kruimels vaan de grond probeert  te schrapen. Ze leeft op straat dit oude mensje, want in het eenkamerige krot liggen twee vervuilde dikke dekens op de grond en daar slapen haar drie kleinkinderen. Vader en moeder van de kleintjes zijn achter de wodka aan gegaan en nooit meer teruggekeerd op het nest. De oude verrimpelde oma, ze is 82 jaar, slaapt voor de buitendeur, met de hond dicht tegen zich aan getrokken om de warmte van elkaars lijf te benutten. Uitzichtloze ogen en een verfrommelde mond die liever zwijgt. Een en al hulpeloosheid, dit tafereeltje.
Maar dan.......rrrrrrrrrrrrrrrrrrrataratarata...... daar verschijnt Jan Slagter, zeg maar het kindeke Jezus van omroep Max. Voorgoed zijn alle zorgen voorbij, alle ellende achter de rug, alle leed vergeten. MAX maakt Mogelijk zamelde geld in voor een nieuw huisje met ramen en een kachel. Bovendien kregen ze allemaal een stel nieuwe C&Aatjes. Toen nam Jezus,...nee Jan, het woord en schreeuwde:”It is much better now, hè?!?!” Ja hij schreeuwde echt, want sommige mensen denken dat mensen die jouw taal niet spreken ook doof zijn.
“Are you happy now?” toeterde hij verder, “It was nog so good vroeger with you, hé?”
Het vrouwtje zei niets maar probeerde met de hand voor haar mond haar laatste tand te verbergen, als ze lachte. Wijzend naar de kinderen zei hij: “Father en Moeder still drinking wodka zeker? Are you happy with MAX. We gave this all to you. Can you say ‘thank you’ in the camera? No, ...well than you can wave with your hand to all the rich old people in Holland.”
Het verfrommelde besje begreep zijn geroep niet snel genoeg en ook de tolk kon het gebrul niet bij houden. Dus pakte Jan de arm van het vrouwtje en begon er mee te zwaaien alsof de Statendam weer naar Indië vertrok. En nou zwaaien kreng, zal hij gedacht hebben, anders gaat mijn uitzending naar de knoppen. Het vrouwtje gaf een schreeuw en wreef over haar pijnlijke schouder.
“Can you repeat after me and say ‘thank you Max?” hernam Jan. “Nee, ook niet, well than I say it for you..... Nou u hoort het beste kijkers, deze vrouw is zielsgelukkig met de prachtige dingen die ze van Max heeft gekregen. Eindelijk kunnen ook de kleinkinderen zich weer fatsoenlijk op school vertonen. Ze bedankt hartstochtelijk ‘MAX maakt Mogelijk’. Dat was het dan al weer hier vanuit Roemenië. Tot de volgende keer, dames en heren, dan komen we vanuit Hongarije. .....You try nog once een keer... come on....Thank you Max...nee...wil het niet....nou laat dan maar zitten...’t is goede bedoeld zullen we maar zeggen...”
Een uurtje later zie ik de koffertjes van Linda de Mol en staat er iemand te popelen om een flinke slok geld binnen te halen. Nik mis mee, overigens. Maar als je mij vraagt of ik op het kerstkindje zit te wachten....nou nee.. geef mij maar Jan Slagter. En daarin sta ik niet alleen, want de Vrijmetselaren vieren op Eerste Kerstdag hun Sint Jan. Zo dan weet u nu waar dat vandaan komt. Van Max maakt Mogelijk dus.


zondag 22 november 2015

that's life


"Ik ga naar jou
jij komt bij mij
we vrijen wat
ik zoek voedsel
terwijl jij een paar kinderen legt
die diepe lijnen tekenen op onze gezichten

dan zoeken we een stil plekje

terwijl we gaan liggen
dicht tegen elkaar aan
trekken we het gras over ons heen."

zaterdag 21 november 2015

diëtiste

Zij schreef een bestseller vol diëten
maar toch lekker eten
en het heette
Niet Dik

Well done
Liet de uitgever weten.

zaterdag 14 november 2015

Knetter

Knetter

Wie o wie is de mol onder de fractievoorzitters in Den Haag. Er schijnt er één te zijn, het kunnen er ook wel meerdere zijn, die in contact is geweest met een journalist van de NRC. Hij (of zij) heeft (of hebben) gewoon uit de school geklapt door zeer geheime zaken te vertellen aan …nota bene… een journalist. Deden ze dat bewust of onbewust, dat is nu de vraag. Natuurlijk doen ze dat zogenaamd in goed vertrouwen, maar elk weldenkend mens weet zo langzamerhand wel, dat journalisten een onbetrouwbaar volkje vormen, dat altijd moet worden gecontroleerd. Doe je dat niet dan gaan ze hun ranzige gang. Maar laten we wel wezen, je moet als journalist ook maar iemand stuk wíllen schrijven. Ja, en nu de klantenkring van de kranten achteruit holt, moeten de artikelen sterker, valser en schunniger worden, want dat verkoopt nog een beetje. Zelfs ons eigen Dagblad van het Noorden heeft dat de afgelopen weken bewezen, met de kop “Leegloop bij Golfclub Westerwolde”. DvhN, ooit een eerbiedwaardige krant zag in de afgelopen 15 jaar het aantal abonnees met 50% dalen, van 180.000 naar 90.000 lezers. Hoezo leegloop bij Westerwolde? Leegloop bij de krant, zul je bedoelen. Geen wonder dat de daar werkende journalisten zenuwachtig worden. Zij zullen dan ook proberen steeds sterkere verhalen al dan niet uit de journalistieke duim te zuigen, om alsjeblieft maar gelezen te worden, want zij denken nog steeds dat het onnozele volk alles zo maar slikt. Jammer meneer Looden, maar dit keer zat u er toch echt naast. Of was er bij u soms ook een stagiaire aan het werk, zoals bij de Volkskrant. Bovendien lopen er op onze club geen onnozelaars rond, die alles maar accepteren wat er geschreven wordt. Laat mij u vertellen, meneer Looden, dat Golfclub Westerwolde uitstekende besturen en commissies heeft gehad op alle fronten, die allemaal als vrijwilliger hun uiterste best hebben gedaan om de club draaiend te houden en het de leden naar de zin te maken. En dat er nu een nieuw bestuur is met dezelfde beste voornemens als het vorige bestuur. Uw journalistiek geblubber, meneer Looden, sloeg de plank volledig mis. Vind u dit verhaaltje niet leuk? Maar u hield toch zo van columns, welnu dit is er een. De commissie Stiekem, commissie Achterbaks, commissie Vals, commissie Rancune en de commissie Frustratie, zult u bij ons niet aantreffen. Integendeel, de commissies Plezier, Genoegen, Laagdrempelig, Vriendschap en Clubliefde echter wel. Dit in volledige tegenspraak met uw artikel. Als een journalist ook een kerel zou zijn, dan zou hij er op terug komen. Misschien bent u wel zo’n kerel, maar ik denk…, want de commissie Schijtebroek bestaat ook nog, hè. 

Quatorze Novembre


Vanmorgen luisterde ik naar Radio 1, waar een vrouw werd aangesproken, die voornemens was 'en famille' naar Parijs te gaan.
Ze sprak met een door tranen verstikte stem. De woorden kwamen brokkelig haar mond uit. Met horten en stoten vertelde ze dat ze die dag naar Disneyland in Parijs zouden gaan. "En dan nu dit, deze aanslagen". Ze had het de kleine nog zo beloofd, snikte ze. En dan nu dit. "Alles valt in het water. Hoe moet ik dat aan mijn kind vertellen, dat het niet door gaat. Maanden van voorbereiding en zorg. De kleine had zich er zo verschrikkelijk op verheugd. En dan nou dit. Gisteravond nog voor het slapen gaan hebben we nog de plaatjes bekeken in de folder, samen met de kleine. God, dat jochie heeft er zo’n zin in.  En dan nou dit”.  Opnieuw brak haar gemoed en vulden nieuwe tranen de ooghoeken. “Hoe moet ik dat zo’n wurm nou uitleggen op zijn verjaardag?  Hij wordt vier vandaag.” 
"Ik zou graag van u willen weten, wat u vindt van de aanslagen van vannacht,” vroeg de journaliste. 
“Dat zeg ik,” zei de mevrouw, “waarom moest dat nou net vandaag?”

Vervuld van verdriet, omdat de wereld zo ver is gekomen dat medemensen klakkeloos en blindelings worden gedood, stroomde nu ook een hopeloos gevoel mijn hart binnen. Staat deze vrouw voor de gemiddelde westerse mens? Zijn we dan met z’n allen zo zelfzuchtig geworden, dat al het andere ons niet meer raakt? Misschien wordt het allemaal ook wel  teveel en kun je zo onnoemelijk veel leed niet meer dragen. Misschien wordt de angst te groot, zodat het normale denken vertroebeld wordt. “We moeten normaal blijven denken,” roept er net iemand op de radio. Hoe kun je normaal blijven als bij sommige mensen het gekrijs en gegil van wanhopige slachtoffers en vluchtelingen hen als muziek in de oren klinkt. Wanneer het geluid van explosies en mitrailleurs hen doen denken aan een drumsolo van een tophit, wanneer ze kippenvel van genot krijgen als mensen kruipend voor hen door het stof gaan, vlak voor ze de keel wordt doorgesneden. Wanneer ze genieten van een desolaat en verwoest land en waar ‘ontroostbaar’ een vorm van vermaak is. Een eindje verderop ligt Disneyland als een Utopia voor kinderen. Parijs, eens de stad van l’amour, lumière en frivolité , de stad van quatorze juillet, fraternité, egalité et liberté. Nu de stad van afschuw, rottingsgeur en bitterheid. De stad van Disneyland, de enige plek waar de droom wereld tot werkelijkheid is gekomen. Maar.....troost je....alles gaat voorbij....ook quatorze novembre...

Alles gaat voorbij
klinkende rotsen zijn traag
van begrip
zwerfstenen heel anders
stralen wijsheid
naar het hemelkoper
dat slechts zijn vinger hoeft te leggen
op de zere plek
om je doldwaas te doen dansen
van droogte
want vreugde zit in het diepe water

verdriet in de schepen
meestal onbereikbaar
en voorbijgaand
mijn hoofd
vaart kalm en met ontzag
de zwerm vast tegemoet
want de bruid
moet worden binnengehaald
met bellend koper
en blazen hout

de olie lampt geduldig
tot het op is
terwijl het licht als water
door je ogen vliegt
ongrijpbaar en onvindbaar
ook onvermoeibaar trouwens
wachtend op de graaf
van het graf
waarin ik niet geloof
maar dat doe ik wel vaker

als de wind
zijn licht laat ruisen
over de dingen
in mijn kamer
zou spreken alles kapotmaken
zelfs het minste stemgeluid
zou scherven doen rinkelen
als het geld
in de zakken
der gerechtigheid
wolken drijven in kleuren mij toe
omwille van hun eeuwigheid
vluchtig als nevel voor de zon
de geboorte
voor de dood
en erna
altijd maar vluchtig

gelijk een winter
zich nooit thuis zal voelen
geen tijd heeft
zich te rekken
in zijn wit'te
van bomen daken velden
geschikt op het doek
van mijn oog
eeuwig smeltend
om tranen gestort te zijn

in de zeeën van ongerechtigheid
voor de uitgestoken ogen
omdat er geen uitzicht was
slechts dogma's
probeerden te doen zien
terwijl ze blindden
vromen gaan op de tast
naar hartje donker
hopen ijdel op olie
om het pad te zien dat hen draagt
vriendschappen ontstaan uit wanorde
chaos leidt tot huwelijk
erger dan de bidsprinkhaan
verteerd worden door nazaat
robuust en brutaal
met een mond vol gele nagels
waarin zich geen woorden vormen
die ik ken
maar malende voerballen
hun weg zoeken in snackbars
naar buiken van wellust
en vluchtigheid
opgezwollen en barensbereid

eet dan maar door
drink dan maar verder
want alles is reeds verteerd
door het ziekelijke vuur
van aandacht en overheersing

maar alles drijft voorbij
als adem in de witte winternevel




vrijdag 13 november 2015

de Moordenaar


de Moordenaar

Moordenaar

Het was een aardig appartementje, dat ze gehuurd hadden in de buurt van de Chiemsee in Beieren. Weliswaar lag het onderkomen op de eerste etage, maar daar stond tegenover dat we wel een aardig balkon hadden op het Westen, zodat ze elke dag konden genieten van de ondergaande zon achter de bergen in de verte. De prachtige avondkleuren weerspiegelden in het water van de Chiemsee, een groot en langgerekt meer, waar vele watersporters hun el dorado vonden. Ze hadden zich zojuist een wijntje ingeschonken en de meegebrachte tuinstoelen klaargezet. Het paste precies op dat balkonnetje, een klein tafeltje uit de slaapkamer stond tussen de stoelen in. Er bleef nog net ruimte genoeg over om achter de stoelen langs, door de openslaande deuren naar binnen te gaan. Een éénkamerappartement dat ze gehuurd hadden via een vaag reisbureau op de Weteringschans in Amsterdam. De driezitsbank moesten ze 's avonds uitklappen tot bed. 
“Nou proost dan maar, Jo,” zei de man. 
“Jan santjes, Jaap,” zei ze, “wat zitten we hier lekker, hè.”
Dat vond Jaap ook en hij graaide zonder te kijken in de cellofanen zak met chips. Een vredig tafereeltje zo in de beginnende avondstilte. Jopie wou net even de ogen dichtdoen, toen ze werd gealarmeerd door een geluidje dat steeds dichterbij kwam. En toen ineens, was hij er, de hoornaar, de grote killerwesp met zijn zware bromgeluid. “O god, jezus een moordenaar!!” gilde ze. Ze vloog uit haar stoeltje, dat achterover kantelde tegen de opengeslagen balkondeur, schoot als een pijl uit de boog de kamer in en schoof met een zware dreun de schuifpui dicht. Vanachter het raam schreeuwde ze nog:”Jaap, kijk uit een moordenaar!!!”
“Ach mens, stel je niet aan....voor zo'n klein beessie...hier hup weg ermee...” riep Jaap en hij haalde uit naar de hoornaar. Wat je dus juist niet moet doen als je in de buurt van zo'n beessie bent is uithalen, want daar zijn die beessies niet van gediend. Ook deze niet. In plaats van te vluchten viel hij aan op Jaap, die probeerde opzij te stappen, maar over het hoofd zag dat het balkonnetje vrijwel geheel gevuld was met meubeltjes, waarvan er een achterover lang. Bijna lag ook Jaap achterover, maar hij wist zich staande te houden. Hij schoof het tuinmeubilair zo ver mogelijk naar voren, terwijl de hoornaar een nieuw aanval inzette. “Godsklere, wat een kreng...” riep Jaap. 
“O gottegot, jongen toch...”, riep Jo. 
Jaap begon wild om zich heen te meppen zonder de hoornaar te raken, waardoor ook bij hem een lichte paniek begon toe te slaan. “ Doe die deur eens open!” riep hij. Achter de glazen deur zag hij de holle angstogen in het gezicht van zijn vrouw. Ze schudde nee met haar hoofd en drukte de deur in het nachtslot. Jaap rende van links naar rechts over het balkon, sloeg op de glazen deur en schreeuwde dat ze open moest doen. Maar Jo durfde dat niet uit angst dat de moordenaar wel eens binnen kon komen. Haar hoofdje bleef maar nee schudden, terwijl ze volledig gebiologeerd naar het rennen van Jaap keek. “Daar!!!”schreeuwde ze,”vlak achter je!!!” Jaap draaide zich bruusk om en zag de horenaar laag in de buurt van zijn blote benen. In een fractie van een seconde was hij op de stoel gesprongen. Wat kan een mens op leeftijd nog snel zijn, als het er om gaat. De hoornaar zag zijn kans schoon en stak hem vlak boven de knie, net onder de pijp van zijn korte zomerbroek. Een wespensteek doet zeer, maar die van een hoornaar is nog wel tien keer erger. Jaap slaakte een doodskreet, probeerde nog verder achteruit te gaan en viel over de rand van het balkon. Een wegstervende schreeuw en een doffe plof bevestigde dat hij was geland in de lage struiken. Een ogenblik was er een tastbare stilte. Achter het veilige glas van de balkondeur stond Jopie aan de grond genageld en slaakte hese hoge gilletjes, terwijl ze met beide handen wapperde alsof ze een opvlieger had. Totaal verstard, als een beeldhouwwerk bleef ze daar staan. Ze stond er nog toen de deur open ging en een grommende Jaap hinkend de kamer inkwam. Hij viel neer op het bed, dat ze uit gemakzucht niet meer tot bank terug hadden gebouwd. Samen bekeken ze zijn been, waarop een lelijke zwelling aan het licht kwam, die steeds maar groter werd. Jaap begon te kermen van pijn en angst. Jopie besloot, eindelijk kordaat, het alarmnummer te bellen dat naast het hoofdeinde van het bed op het nachtkastje lag. “Schnell kommen!! Mein Mann is van balkon nedergedunderd!!” Gelukkig werken die Duitse instanties 'gründlich und pünktlich' en enkele minuten later stond de ambulance voor de deur. Al gauw werd vastgesteld, dat het been van Jaap zo goed als zeker gebroken was. Dus daar ging hij, op de brancard, in sneltreinvaart naar het ziekenhuis van Seebrück. Weg vakantie, weg glaasje wijn bij zonsondergang en vooral weg harmonie tussen man en vrouw, want hij was woedend, zeg maar duivels, op Jopie omdat ze niet had binnengelaten. Hebben ze niet meer met elkaar gesproken, tenminste Jaap niet, want Jopie wist niet waar ze het zoeken moest van de spijt. Ze deed haar uiterste best om het Jaap zoveel mogelijk naar de zin te maken. Dat bleef ze doen, ook toen hij na een nacht hospitaal in de rolstoel weer naar 'huis' mocht. Omdat de vakantie nu toch al verpest was besloten ze terug naar Amsterdam te gaan. De rolstoel mocht hij meenemen en in Amsterdam inleveren, wanneer hij hem niet meer nodig had. En Jopie zich maar uitsloven, koppie thee op bed, biertje op tijd, krantje bij het ontbijt, bakkie koffie als hij zin had...noem maar op of Jopie deed het. Ze vervulde zogezegd al zijn wensen, allen maar om haar nalatigheid goed te maken. Ook toen zijn gips er na zes weken mocht, bleef Jaap in de rolstoel en verzorgde Jopie hem als de sultan van de Weteringdwarsstraat. Je zou zeggen, dat Jaap toch na drie maanden wel weer zou moeten kunnen lopen, maar nee hoor, Jaap niet. Hij wist het te rekken tot een kleine zes maanden voordat Jopie eindelijk argwaan kreeg. Kijk, Jopie is een simpele meegaande en verzorgende vrouw, maar ze heeft ook haar grenzen. En als die grenzen bereikt zijn, berg je dan maar voor diezelfde vrouw. Toen ze eenmaal in de gaten had, dat ze al maandenlang door die zielige mankpoot belazerd was, trok ze haar plan. “We gaan boodschappen doen,” sprak zij op een toon die geen tegenspraak duldde. Toen ze hem zijn jas zwijgend en dreigend had aangedaan plaatste ze zich achter de rolstoel. Jaap voelde de spanning en er groeide een bang gevoel in zijn hoofd. “Mens, wat heb je toch?”vroeg hij nog voordat ze de trap bereikt hadden. “Moet jij eens opletten, wat ik heb”, zei ze met duidelijk ingehouden woede. Boven aan de trap hield ze halt. De traplift, die tijdelijk was geïnstalleerd stond beneden. Ze zuchtte diep en zei:”Zo.... en nou lopen, kreng dat je d'r bent.” Jaap wist niet wat hij hoorde. Zo had ze nog nooit tegen hem gesproken. “Ja maar je kan die lift toch wel even....” Verder kwam hij niet, want hij voelde hoe de rolstoel van achter omhoog getild werd. “Lopen, zeg ik je!!” klonk het snauwend, “Lopen, anders sodemieter ik je met stoel en al de trap af!” Jaap wist niet hoe snel hij de trap af moest rennen, voor zover zijn benen hem konden dragen vanwege de verzwakte spieren,. Maar goed, hij kwam beneden. Jopie volgde met de rolstoel, terwijl hij zijn zere benen stond te wrijven. Ze deed de voordeur open, zette de stoel op straat en ging er in zitten. “Zo,” zei ze ferm,”en nou rijden, rotzak. De komende zes maanden ben ik aan de beurt. Schiet op rijden, anders gil ik de hele buurt bij mekaar!”

“Gut meid, wat heb jij nou?” vroeg de passerende buurvrouw. “ Ik ben in een val getrapt en nou moet ik zes maanden met mijn been omhoog,” zei ze. “ Nou hoe zit het? Douwen we nog of moet ik zes maanden voor de deur blijven zitten?” 

Het was me de vakantie wel. Samen waren ze er toch een jaar zoet mee.

zondag 8 november 2015

Fenolijn


De  Fenolijn

Wie luistert niet naar Vroege Vogels op zondagmorgen? Er zullen maar weinig mensen zijn die zeggen: “Dat programma ken ik niet.” Vanaf onze jeugd bestaat dit programma al, toen gepresenteerd door dr. Foppe Brouwer, die steevast zijn uitzending besloot met de inmiddels gevleugelde zin: “...dat alles wat groeit en bloeit, ons altijd weer boeit.” Welnu, één van de onderdelen van het programma is de ‘Fenolijn’, u weet wel, de telefoontjes van mensen die menen dat zij als eerste iets bijzonders hebben gezien. De Jan Jurken die denken dat hun paardenbloem de eerste  van het land was, die bloeide, of dat hun mereltje het schoonste zong. Een vaste beller is frater Willibrordus, een van de laatste monniken in de Orde van de Absurdisten. Wekelijks weet hij vanuit zijn moestuin talloze insecten, plantjes en ander natuurlijk ongerief bij mij de slaapkamer in te strooien. Ja u leest het goed...mijn slaapkamer, want wij vinden het heerlijk om op zondagmorgen, liggend in bed met een heerlijke bak thee, naar dit programma te luisteren. Onze koning en koningin doen dat ook, dus waarom wij dan niet? Nu las ik laatst een artikeltje, dat er mensen zijn die helemaal niets hebben waargenomen, maar gewoon aan de telefoon zitten met een encyclopedie van planten op schoot. Ze willen gewoon hun stem horen op de radio. Alle familieleden zijn ingelicht en gemaand, dat ze moeten luisteren, want tante Lien heeft de Fenolijn ingesproken. “Ja hallo, met Lien Brandhout, ik was vanmorgen de eerste die een leeuwenbekje zag vliegen, u weet wel die zeldzame vlindersoort.....eh....nee.... vlinderbloemige....staat hier... Nou dan heb ik hem als eerste zien bloeien."                                
“Met frater Willibrordus in de Bilt. In de bosjes achter onze kloosterschool zag ik gisteren eerste jongetjes lopen.....ik bedoel...de eerste jonge eendjes lopen”                                                                 
Stel je voor dat Maxima zou bellen om te melden dat ze op zondagmorgen in alle vroegte de eerste paparazzi tussen de rododendrons heeft zien liggen. Ik bedoel maar, alles wat er is en is geweest, is ooit het eerst geweest. Ergens in een ver verleden is er ooit een mens geweest die de eerste vluchteling was. Daarna lijken mensen alleen nog maar op de vlucht. Als het niet voor een oorlog is, dan is het wel voor de fiscus. Ik zou zo graag ook eens willen bellen om te zeggen: “Vanmorgen in alle vroegte hoorde ik de eerste vogels de dag achter de heuvels vandaan roepen en zag ik de eerste zonnestralen achter de bossen verschijnen. Ook zag ik voor het eerst  een vredige wereld en alleen maar eerlijke mensen. Voor het eerst kreeg ik een warm gevoel voor de wereld om me heen en voor het eerst besefte ik dat het leven de moeite waard is om geleefd te worden.”   
Maar ja....ik bel maar niet....                

vrijdag 30 oktober 2015

hartstikke


Hartstikke...

Het was een grijs geheel, daar in dat kamertje. Het spaarzame licht dat door de kleine ramen naar binnen viel maakte het er niet vrolijker op. Vooral niet omdat zij uitzicht boden op een grauwstenen muur.
Hij zat achter een groot bureau, zo’n klassiek zwaar meubel van rood mahoniehout gemaakt, met mooie dikke gedraaide poten. Met de wijsvinger van zijn rechterhand rolde hij het wieltje van zijn computermuis heen en weer. Waarom nou steeds heen en weer, dacht ik. Dan gaat het beeld toch steeds op en neer, op en neer. Zijn matte blauwe ogen verraadden zijn vermoeidheid. Ach hij was de leeftijd van dagelijkse harde arbeid ook al gepasseerd. Zo gaat dat, als je de leeftijd bent gepasseerd, wordt je zelf ook gepasseerd door de jongere mensen, die jouw werk wel willen overnemen, die jouw plaatsje wel willen innemen. Jóuw plaatsje, waaraan je een heel leven hebt gebouwd en waar je hard voor hebt geknokt. Waar je duizenden mensen hebt ontvangen, die tegenover je zaten, aan de andere kant van dat majestueuze bureau. “Ja,” sprak hij langzaam, zonder zijn ogen van het scherm af te wenden. “Ja, ik zie dat je in 2011 boezemfibrilleren hebt gehad...”
“Nou” zei de man tegenover hem, “nou. ..dat was volgens mij geen boezemfibrilleren, maar..”
“Ja,” vervolgde de arts, ”hier staat het... boezemfibrilleren...2011, ja hoor, ja” 
“Nee,” hernam de man,” dat was geen boezemfibrilleren. Ik ben toen gekatheteriseerd, vanwege pijn op de borst. Maar dat bleek te komen van de medicijnen, omdat ze  vergeten waren mij maagbeschermers voor te schrijven. Jouw collega.....”
Verder kwam hij niet, want hij werd onderbroken door de vraag:”Had je verder nog klachten of vragen?” Inmiddels keek hij niet meer naar het beeldscherm, maar bladerde lusteloos in een dossiermap, die zijn beste tijd allang had gehad, gezien de vele aantekeningen op de buitenkant en de dikke stapel A-viertjes aan de binnenkant. “Ja....eh....ik weet niet..,” zei de man. Er klonk teleurstelling in zijn stem. “Ja ik heb voor de zoveelste keer weer een nieuwe verpakking van een medicijn. Kan het zijn dat ook de samenstelling ervan dan is veranderd, want het lijkt wel iets minder te werken dan die vorige.”
En omdat de arts zweeg vervolgde hij: ” ...eh...misschien dat je lichaam d’r eerst aan moet wennen...”
De arts sloeg de map dicht en draaide zich weer naar zijn computer. “Dat zou kunnen,” mompelde hij. “ Zullen we dan maar weer over een jaar afspreken?”
De man in de patiëntenstoel schuifelde ongemakkelijk heen en weer. “Hebt u de bloeduitslagen al binnen. Ik heb vorige week...”
“Ja,” zei de arts, ”die ben ik juist aan het opzoeken.” Zijn wijsvinger rolde weer heen en weer. “Ja, hier heb ik het....even kijken....ja hoor, alles ziet er behoorlijk uit....nou dat is dan mooi....niets om je zorgen over te maken. Loop maar even mee naar de secretaresse voor een afspraak.”
Op de gang gaf hij me een hand. “Tot de volgende keer dan maar....o ik zie dat je de golfschoenen al aan hebt...”
“Ja,” zei de man, “ik ga zo meteen de baan.....” 
Maar de arts had zich al omgedraaid en de deur van zijn spreekkamer sloeg dicht. Weemoedig staarde de man naar de dichte deur en dacht aan zijn oude dorpsdokter, die tijd voor je had, die belangstelling voor je had, die met je was begaan en naar je kon luisteren en die....
“Kijk eens meneer Koning, uw nieuwe afspraak voor volgend jaar...ziet u....kwart over tien op  4 november...”
“Ik wil het liefst zo vroeg mogelijk “ zei ik.
“Ja,” zei de secretaresse,” dat staat hier...kwart over tien...ziet u wel..” Laat ik maar niet aandringen, dacht ik, want straks vinden ze me nog een vervelende ouwe vent.

Eenmaal in de veilige armen van de autostoel, dacht ik:  nou ja, laat maar gaan, de uitslagen waren goed en zo meteen...heerlijk naar de golfbaan. De zon schijnt magertjes maar het is windstil...een prachtige herfstdag.

dinsdag 27 oktober 2015

Kent gij het land...

Kent gij het land.....

Zo begon een oud volksliedje dat zingt van de grote heldendaden van de Nederlanders, dat kwettert van de sterke verbondenheid met ons koningshuis en dat vooral vertelde hoe nauw het christendom met volk verbonden is. Zo begon het:
Kent gij het land, der zee ontrukt
Door d'arbeid van een voorgeslacht
Dat nooit verwonnen heeft gebukt
Of 't hief zich op met groter kracht?
Nou..... kent gij dat land?  Dat land waar ze zondags braaf hun gebeden prevelen om vrede, om genade om liefde voor elkaar. Waar de mensen elkaar steunen en ondersteunen. Waar armoede en criminaliteit niet bestaat en waar voldoende voedsel voor iedereen binnen handbereik ligt. Dat land waar voor je wordt gezorgd als je dat zelf niet meer kan. Die plek die open staat voor iedereen die in nood verkeert, waar zieken en gezonden even belangrijk zijn. Dat volk, waar verdriet altijd wordt getroost en waar vreugde altijd wordt gedeeld. Waar een ieder zijn rechtmatig deel bijdraagt aan de maatschappij. Waar ze elkaar nooit oplichten. Waar ze elkaar omhoog trekken en niet de grond in trappen.  
Kent gij dat land? Nou...? 
Nou, ik ook niet.
Ik ken wel een land waar al zoveel sprookjes in duigen zijn gevallen, dat kleine stukje land waar dagelijks hoop en wanhoop hand in hand wandelen. 
De grond, waar om elke centimeter wordt gestreden en die wordt gekoesterd en die wordt misbruikt. Waar de wolken, de vogels en de F-16s vrij spel hebben, waar je niet diep genoeg kan zuchten om je op te luchten. 
Waar je niet ver genoeg kan wegkruipen om te schuilen. 
Waar geen zuurstof is om je lijf te verfrissen en te verhelderen. 
Waar je hoestend het opgeblazen tatastof inademt en pefas eet. 
Dat land, waar veiligheid niet wordt geboden, waar onvrede wordt verafgood en waar verraad een betaalde baan is. 
Waar iedereen diep in het hart oeverloos verlangt naar dat andere land. 
Dat wonderlijke, heerlijke en vergevingsgezinde land waar de mens een onderdeel is van de natuur en waar je eigen aard nog is verweven met de omgeving. 
Waar je gerust zonder angst een fout mag maken. 
Dat land dat overstroomd is met naastenliefde en waar welvarende kansrijke steden zijn. 
Dat land ver weg ergens in het noordwesten.
Ze moesten eens weten...


Alzheimer a/d Rijn

 Alzen a/d Heim

Wat konden we weer smullen van de megaramp in Alphen aan de Rijn. Vooral de extra ingelaste NOS-uitzendingen met live verbindingen met de rampplek, deden mij verstijfd van schrik rechtop in de stoel zitten. Hoeveel doden zouden er zijn, hoeveel ernstig gewonden zouden er nog onder het puin liggen. Welke vervolgrampen zouden nog in het verdere verloop op deze ramp volgen, zoals lekke gasleidingen met de daarbij behorende ontploffingen, instortingen van huizen, wegzakkende kades, waardoor wellicht half Alphen onder zou kunnen stromen. Alle hulpdiensten waren uitgerukt, ambulances, politie, brandweer, de volledige vloot van helikopters en natuurlijk de drones voor de mooie plaatjes op de televisie.
Na een uur vol angstige spanning waren er nog steeds geen slachtoffers te betreuren, hoewel de dames van het journaal toch wel de verwachting hadden dat die beslist nog wel moesten komen. De ravage was groot en de dapperste buurtbewoners, nog witjes om de neus, waagden zich naar buiten. Zij hadden de filmploeg van SBS6 gezien en dachten...nou dan kunnen wij ook wel naar buiten. Even zwaaien in de camera...”wat zegt u?...of ik iets zeggen wil voor de camera.....ja natuurlijk. Nou kijk, daar liggen die kranen en in die straat daarachter....daar is mijn opa geboren...dus u begrijpt...dat hakt er wel in..Of ik geschrokken ben? Nee dat niet, maar mijn man wel, die probeert nu de paniek uit zijn lijf te jagen met een glas whisky...”

Na vier uur nog steeds geen gewonden, maar er moest nog wel een hondje onder het puin liggen. Ploegen met speurhonden hadden het beestje gauw gevonden, want het bleek een loops teefje te zijn, dus die speurhonden hadden d'r wel zin in. Het diertje was zojuist overleden. “We hebben eindelijk een slachtoffer!!” schreeuwde de regisseur verheugd vanuit de regiekamer. “Inzoomen zodra je tranen ziet!” was zijn commando. Godzijdank hebben ze iets doods gevonden, als is het dan maar een hondje. Maar was dit reden genoeg om een stille tocht, een herdenkingsdienst en een condoleanceregister in het gemeentehuis, te overwegen. Als er menselijke slachtoffers waren geweest, was dat allemaal veel makkelijker gegaan. Dan was er een berg dierknuffels ontstaan en een berg bloemen. Dan had elke Nederlander wel een familielid een vriend of een kennis gehad die bij deze ramp betrokken was. Maar voor een dood loops teefje....ja....dan moeten we eigenlijk maar menselijke knuffels op de plek van de ramp neerleggen. Daar hebben we er nog wel een paar van. Een knuffelmarokkaan, een knuffelhomo, een knuffeldwerg of een knuffelpoliticus. Zelf dacht ik hierbij aan Ali B, Richard Groenendijk, Wesley Snijder en Jeanine Hennis. De Alphense burgemeester vond niet dat de gemeente iets vergeten was, zoals de controle op het naleven van de veiligheidsvoorwaarden, of de bedoelingen van de aannemer technisch gezien wel goed waren en of de buurt niet van tevoren ontruimd had moeten zijn. Of dat de gemeente het aannemersplan had moeten keuren op mogelijke gevaren voor haar bevolking. Nee, niets van dat alles, ze waren echt niets vergeten... Raar hoe plotseling een geheugen kan verdwijnen. Alzheimer aan de Rijn, dacht ik even, maar dat kan niet want ze is van het CDA en die vergeten nooit iets, vooral zichzelf niet.

K3-Vlekkenwater



K3-Vlekkenwater

In mijn jonge jaren was K3 een tube pasta, waarmee je vlekken uit kleding kon verwijderen. Maar je kon het ook in flesjes krijgen als ‘vlekkenwater’. Dat was nog in de tijd van Vim, Sunlightzeep en Bondstreet sigaretten voor 45 cent. Vanmorgen stond er iemand voor mij bij de kassa van onze lokale supermarkt en hij rekende een pakje shag af, met vloeitjes. “Dat is dan 10 euro 45,” zei de kassière.  Even dacht ik weemoedig terug aan de gulden en rekende snel het genoemde bedrag terug tot de heimwee-munt. Dat is dan 23 gulden. In mijn rokerige glorietijd verbrandde ik ongeveer anderhalf pakje sigaretten per dag, zeg maar gelijk aan een pakje shag.  In de maand dus bijna 700 gulden, zeg maar 8500 gulden per jaar. Als Bondstreet er nog was geweest voor die oude prijs, was de rookschade per jaar slechts 110 euro geweest. Ja tijden veranderen.
In de Tweede Wereldoorlog staken duizenden mensen de Middellandse Zee over naar Afrika om aan het oorlogsgeweld te ontsnappen. Ook Engelandvaarders waren er genoeg. Dat is nu goed omgedraaid. Jammer alleen dat de aantallen zo enorm zijn toegenomen, net zoals de guldens van de sigaretten. Jammer ook dat sommige politieke richtingen de wanhopige vluchtelingen meteen tot zondebok maken van het falen van onze graaicultuur. U weet wel wie ik bedoel. Zo zie je maar wat langdurig gebruik van waterstofperoxide op je hoofd doet met je hersenen. H2O2 is de chemische formule van dat spulletje en het is nog explosief ook, zeker als je er wat rare gedachten aan toevoegt. Het zat bijvoorbeeld ook in vliegtuigbrandstof en in torpedo’s. De ramp met de Koersk werd zeer waarschijnlijk veroorzaakt door een H2O2 lekkende brandstoftank. En als je het op het kleren kreeg, dan bleekte het meteen alle kleuren eruit. Daar hielp geen K3 meer aan.

Mijn kleinkinderen weten daar niets van natuurlijk. Hun gedachten zijn gevuld met de K3 dames, die zichzelf te oud vinden voor deze kinderachtige liedjes. Maar de kinderen zijn er waanzinnig dol op, dus dat is op zich wel een prestatie. Mijn kleindochter brandt van nieuwsgierigheid, wie de nieuwe meisjes zullen zijn om K3 voort te zetten. Je kon jezelf ook opgeven, of je zusje of je vriendin. Persoonlijk heb ik ook enkele namen ingestuurd van meisjes die ik daar heel geschikt voor zou vinden. Daar is bij voorbeeld ene Patricia, ene Patty en een zekere Bonnie. Patricia kan, gezien de keuzes van haar partners, erg goed met kinderen omgaan. Patty heeft heel veel kinderachtige liedjes gezongen en Bonnie is na zoveel hectoliters drank zelf volledig kinds geworden. Alleszins een illuster trio, dat een grote toekomst tegemoet zou kunnen gaan.....als ze gekozen worden, maar ja....WHOAAAA GERTJE!!!!....is natuurlijk ook niet op zijn Belgische achterhoofd gevallen. Amai zeg, awel, daar had ik u goed liggen, hè. 

woensdag 14 oktober 2015

geachte rebbe


Geachte Rebbe,


“G’D greep in zichzelf en schiep zo de mensenziel”. G’D deelt zijn ziel met elk element in de schepping, dus ook met de mens. Het is de moeite waard een bestudering te maken van de herijking van de betekenissen van ziel, geest en materie. In mij aangereikte kennis, zoals omschreven in mijn eindrapport hierover, hoewel het leren nooit een einde neemt maar het individuele leven op aarde wel, kwam ik tot de formulering dat de ziel in wezen G’D is, die de goddelijke gedachten als leidraad en als instrument aan ons tijdelijk ter beschikking stelt in de vorm van de geest. Het lichaam tenslotte vertegenwoordigt de materie in de schepping.
Inderdaad is de optimale vrijheid om die beslissingen te nemen zoals het elk individueel mens goeddunkt, van essentiële waarde. Immers zonder die beslissingsbevoegdheid hebben besluiten geen enkele waarde meer. Wil je het licht vinden, dan moet je in het duister zoeken. Wil je weten wat goed is, dan moet je het kwade kennen. Naast al deze “aardse” begrippen, wij gaven toch invulling aan deze woorden, zijn er de G’Dlijke inhouden, waarvan we de meeste in onze ziel wel weten, maar die grotendeels verborgen zijn zolang we niet willen zien en willen horen. Zolang we er niet naar op zoek gaan, zal het niet gevonden worden. Zolang wij elkaar bestrijden op elk vlak, zullen we elkaar nooit vinden. Stoppen met de strijd zal vervangen moeten worden in “op zoek gaan naar de ander”, waardoor er meer zielen bijeen zullen zijn, en daardoor de “hoeveelheid G’D”groter en daardoor duidelijker wordt, dichterbij komt als het ware.
Tenslotte iets over ‘belonen en straffen’
Beide begrippen zijn aardse begrippen en geboren uit macht en onmacht, dat overigens niet hetzelfde is als goed en kwaad. Wie zal je belonen, behalve jezelf, wie zal je straffen. De grootheid van G’D schuilt in jezelf en het allerergste is dat ooit dat inzicht in ieder mens zal doorbreken en dat je dan jezelf zal moeten zuiveren, want het is de zuivering die een mens schoonmaakt en niet de beloning of de straf. Dat maakt belonen en straffen tot een dwaze vertoning.

U liefde en wijsheid toewensend groet ik u hartelijk
Istvan A Koning

zondag 11 oktober 2015

Gerard Kremer

Gerard Kremer.

Hij was de grootste in zijn vak.
Tenminste als je zijn werk als een vak moet zien.
Hij was musicus en onder andere leraar aan de toenmalige kweekschool, waar ik zijn lessen volgde, de huidige Da Costa Pabo. Mijn band met hem liep ook via de muziek, zoals alles bij hem, klank, kleur en diepe emotie was.
Hij was jong, werd slechts zesendertig jaar, maar had het onbestemde uiterlijk van iemand, die net zo goed zestig had kunnen zijn. Groot en zwaar gebouwd
bestuurde hij een minuscuul klein autootje, klasse Trabant.
Ik wil schrijven over deze man, omdat hij op zeer jonge leeftijd is gestorven en weinig werk heeft kunnen achterlaten. Datgene wat hij achterliet was van een dermate grote schoonheid, dat die nooit verloren mag gaan of vergeten mag worden.
Zoals zoveel kunstenaars was hij aanvankelijk sterk gestuurd door zijn rotsvaste vertrouwen in God, hoewel hij daar nooit dweperig over deed. Ook hier was de muziek weer zijn verbinding met de religie.
Als hij 'kerkmuziek' speelde, dan speelde hij niet zozeer om de mensen in de kerk te begeleiden, maar om God te eren door zo mooi mogelijk voor Hem te spelen.
Zijn jazzvoordrachten zijn onvergetelijk, en ook daar in excelleerde hij met de grootst mogelijke passie.
Vertelde hij over de schoonheid van Mahler, dan huilde hij van verdriet de man nooit gekend te hebben. Hij had zoveel vragen, die hij hem en andere componisten had willen stellen.
Nooit betichtte hij anderen van a-muzikaliteit. In alles zat klank, zelfs in je stem of in de betekenis je woorden.
Hij was een kind, een heel groot en heel lief kind, die in zijn huwelijk niet echt werd gesteund in zijn letterlijke en figuurlijke grootheid.
Zijn hechte samenwerking met bijvoorbeeld de dichter Jan Wit en de dichter Christiaan Barnard leidde tot magnifieke composities, waarvan er enkele opgenomen zijn de liedbundel voor de protestantse kerken.
Hij deed het niet voor het geld. Het fenomeen geld kende hij in het geheel niet. Wist ook niet wat je er allemaal mee kon doen. Verfoeide het eerder, dan dat hij het gebruikte. Zijn zakken waren ook altijd leeg. Wat hij al eens had, werd weggegeven of weggetrakteerd.
In zijn composities gaf hij blijk van intense harmonische vernieuwing. Hij was op zoek naar welluidendheid in nieuwe vormen en klanksamenstellingen.
In zijn begeleidingen was hij zo verrassend, dat zelfs de grootste muziekhater zijn oren spitste. Zoiets hadden we nog niet gehoord.
De toenmalige directeur van die school zei van zichzelf, dat hij geen enkel, maar dan ook geen enkele gevoel had voor muziek.
Hij omschreef muziek als een vorm van lawaai, zij het dan een georganiseerd lawaai. Het verschil tussen Bach en de Beatles kon hem niet worden uitgelegd. Voor hem waren ze hetzelfde.
Maar regelmatig zag ik hem in de lunchpauze achter in de aula zitten, als Gerard Kremer en ik vierhandig aan het improviseren sloegen.
Vier jaar mocht ik van zijn lessen genieten en van hem leren, dat het vertalen van emotie in klanken een zoektocht moet zijn op het klavier om je emotie zo duidelijk mogelijk te maken, zoals je in een gesprek naar de juiste woorden zoekt om jezelf aan andere mee te delen.
Hij was een grootse dichter in de klank, een excellente schilder van tonen, een stuurman op het schip van de muziek. Een toevoeger en innovator van zijn kunst. Zijn bijdrage, hoe kort hij ook heeft geleefd is voor mij van onschatbare waarde, evenals zijn mens-te-durven-zijn in al zijn grote grootheid en zijn grote kleinheid.
Gerard Kremer, een man om aandacht aan te schenken. 
Een man om te bewaren.


meneer Kwekkeboom

Kaassoufflé

Geachte meneer Kwekkeboom,
Laatst werd ik getrakteerd op een friteuse. Mijn kinderen hadden voor de afgelopen Vaderdag diep in de buidel getast en gezamenlijk voor mij een frituurpan gekocht. U begrijpt wij stonden te juichen en stroomden, tranen plengend, over van dankbaarheid. Een heuse luxueuze friteuse, da’s dus geen kattepeuse. Nu lust ik af en toe wel een in olie gebakken versnapering en ook op onze golfclub kun je zulke dingetjes wel krijgen. De afgelopen maanden hebben we verschillende fabrikanten, die deze hapjes kant en klaar voorbereid in een diepvriesdoosje hebben gestopt, uitgeprobeerd. En eerlijk is eerlijk, die van u kwamen er heel goed vanaf. Gisteren mocht ik voor het eerst uw kaassoufflé proberen. Een prachtig goudkleurig rolletje lag op mijn bordje kokend heet te wezen. Even wachten dus en vooral niet te snel toehappen. In twee stukjes snijden, dacht ik, dan koelt het sneller af. Eenmaal doorgesneden lagen er twee halve delen, elk met een hol gapend gat in het midden. De donkere holtes, waarin we keken, zagen er geheimzinnig uit en als ware speleologen daalden we af in de krochten van de zojuist geopende grotten. Prachtig schone wanden en een prettige geur. Het gefrituurde deegje was overigens best wel smakelijk. De ene helft at ik zo op, maar de andere helft vulde ik met appelmoes. Een heerlijke combinatie die aan te bevelen is. Mijn souffleetje kreeg navolging van de andere disgenoten. U begrijpt dat nu iedereen begon te experimenteren en met allerlei verschillende ingrediënten uw holle gouden buisjes ging vullen. Met gember, met kwark, met stroop, noem maar op. Ook was er iemand die er sambal in deed, maar die heeft de rest van de avond in de vrieskou buiten gestaan met de bek wagenwijd open. Unaniem echter waren we van mening dat er één ingrediënt het lekkerste was. Dat zou u ook eens moeten proberen. Kaas, gewoon lekkere gerijpte kaas. Heerlijk zo’n snack. Ja, wij genieten volop van onze friteuse. Ik zat vroeger op de middelbare school in de klas bij uw zusje Manna. Zo zie je maar, van hemelbrood naar kaassoufflé is maar een kleine stap. Waarom ik u dit schrijf?....Wel da’s eenvoudig. Kijk, bij ons op de golfclub is het gebruikelijk om aan de slechtste speler een bitterbal uit te reiken. Maar dat heeft wél enige inhoud, die bitterbal van ons, want daar zit de opdracht in om volgende keer meer te presteren. Nu ben ik zo bang als wij die bitterbal van u gaan betrekken, het net zo’n loze beukennoot wordt als uw kaassoufflé. Wil u daar in het vervolg een beetje op letten? En zo’n knalharde buitenkant hoeft ook niet echt. Als u toch aan het veranderen gaat, doe dat dan ook meteen maar. Het gaat zo tussen je zwevende brug zitten en dat kan verrekte zeer doen. Ja, dank u wel. Zojuist at ik een balletje van meneer van Dobben,

....tja ........wat zal ik daar van zeggen..... 

vrijdag 2 oktober 2015

kindje op de kust

kindje op de kust

zo stil als jij
en ligt er geen
zo zacht en zoet in slaap gesust
de diepe zee het wijde strand
mijn kindje op de kust
dommel en dein dommeldein
rood en blauw lief mensje klein
dommeldein dommeldom
nooit komt rood en blauw weerom
rombom

de hele wereld heeft gezien
hoe jij de veilige aarde kust
lig maar wit en lig maar stil
zing zachtjes het refrein
dommel en dein dommeldein
rood en blauw lief mensje klein
dommeldein dommeldom
nooit komt rood en blauw weerom

je leven brak als glas
terwijl het niet echt begonnen was
je huilde    gilde     vocht
het werd koud en zout van binnen
terwijl je oog je moeder zocht
maar als een visje zonder vinnen
dreef ze bij je weg
niet naar de school
maar naar de drom rombom
je kwam niet van
je kwam niet voor
maar je kwam er om rombom
dommel en dein dommeldein
rood en blauw lief mensje klein
dommeldein dommeldom
nooit komt rood en blauw weerom
rombom

Ik ken die plek
van zee en land
van water in je lijf
de plek van koud en stijf
en korrels in je hand
ooit lag ik zelf aan een waterkant
mijn leven kwam weerom rombom
door de liefste mensen
van het land
bracht mij zelfs de ouderdom
nu ik jou zo zie
lig ik daar weer
zo broos  zo ijl  zo teer
dat jij  ons niet meer vergeven kan
dat doet oneindig zeer
dommel en dein dommeldein
rood en blauw lief mensje klein
dommeldein dommeldom
nooit komt rood en blauw weerom
rombom

zo stil als jij
en ligt er geen
zo zacht en zoet in slaap gesust
de diepe zee het wijde strand
mijn kindje op de kust



zondag 20 september 2015

een spannende race

Een spannende race

Het allerbeste bewijs dat de mensheid is verdwaald in zijn godsdiensten is wel de term ´heilige oorlog´. De laatste tijd wordt dit het meest gebruikt in verband met de jihad van Islamitische Staat.  Het vreemde van alle godsdiensten is, in dit verband, wel het christendom en de islam. Beiden hebben zij een expansieverplichting in zich, wat inhoudt dat beide godsdiensten de wereld moeten veroveren voor hun religie.
Missie en zending baseren zich op deze verplichting, maar ook de jihad.
Het christendom begon van binnen uit te verbrokkelen, vooral nadat Maarten Luther middels zijn Stellingen het denken van de mensen vrijer maakte. Daarna volgden de ene scheuring na de andere plaats. Tenslotte bleef er weinig tot niets mee over van het oude christendom. Rooms Katholieken proberen nog wanhopig het instituut overeind te houden, maar de neergang is onherroepelijk en zal door blijven gaan. Immers een oorlogzuchtige god, daar krijg je genoeg van. En een geldzuchtige god is slechts voor weinigen weggelegd. Eenmaal als het kritische denken in een mens is losgemaakt, dan is het balletje aan het rollen gebracht. Tenslotte, en hij kan daar best lange tijd over doen, maar tenslotte valt het kwartje en neemt hij besluiten. Die verbrokkeling ging niet zonder slag of stoot. Daar waren honderden jaren van godsdienstoorlogen voor nodig. De laatste was in Noord Ierland  nog niet zo lang geleden.
Dezelfde ontwikkeling zien we nu gebeuren met de Islam. De stromingen in het anders denken nemen toe, er komen steeds meer  groeperingen die zich tenslotte vrijgevochten zullen hebben. Vrij gevochten van de ‘oude’ Islam. Die oude Islam probeert met alle middelen het oude gezag vast te houden en elke nieuwdenker wordt uitgeroeid. Maar hoe geweldadig ook, het zal het afbraakproces niet stoppen. Integendeel, zonder het te willen stimuleert zij de neergang van het eigen geloof. Bij de Christenen is er niemand meer die in een “heilige” oorlog geloofd. Bij de Islam komen er steeds meer mensen die de buik vol hebben van het gebrul over heiligheid.
Wat is eigenlijk ‘heilig’?
Een kort antwoord is: heilig is  ‘een slimmigheidje’.
De christenen begonnen zo´n tweeduizend jaar geleden met deze wervingen en kort daarop volgden ook de moslims. Was de eerste in onze ogen menselijker en vredelievender, de tweed predikte ´met ijzeren tong´, tenminste zo werd het verteld door de christenen. Zij waren er echter op uit om de zieltjes van elkaar af te pakken en in te lijven bij het eigen instituut. Toch geldt voor beide godsdiensten dat het werven van zielen goedschiks moest gebeuren, maar als dat niet lukte was kwaadschiks ook een uitstekend alternatief. Bij alle andere godsdiensten vind je deze opdracht niet.
Eerder zagen we al, dat men het woordje ´heilig´ op die begrippen plakte, die niet verklaard of begrepen konden of mochten worden door de goedgelovigen. Als het heilig was verklaard, dan kon je er niet meer aan komen. Dan had de mens er geen invloed meer op, omdat er dan iets goddelijks in was gevaren, waar wij met onze mensenhanden vanaf moesten blijven. Zo werden er heel veel slechte zaken die een machthebber hanteerde om zijn macht te kunnen vestigen heilig verklaard. Voorbeelden  genoeg, denk maar eens aan de heilige plaatsen, de heilige relikwieën, de heilige paus, de zalig- en heilig verklaarde personen in het katholicisme, de heiligdommen, wat de bezittingen zijn,de heilige handelingen die worden verricht in de godsdiensten zoals de doop, de belijdenis, de communie, enz. Heilige plaatsen zoals Mekka en Jeruzalem, maar Ajax verklaart de Arena ook heilig, het heilige gras en de auto is naar Indiaas voorbeeld onze heilige koe.  Zelfs het huwelijk werd heilig verklaard, niet omdat de gelovigen zo´n vertrouwen hadden in een eeuwig durende relatie met een partner,  maar omdat het huwelijk een grote stabiliteit in de samenleving bracht. De machthebbers verklaarden het huwelijk heilig om de kudde zieltjes bij elkaar te houden. ´Wat god samengevoegd heeft, mag de mens niet scheiden´  werd er door de pastores geroepen tijdens een kerkelijke huwelijksplechtigheid. De kerkelijke term voor een dergelijke plechtigheid was ´huwelijksinzegening´ wat in werkelijkheid zoveel betekende als een religieus contract ondertekenen met god als getuige, dat je voor altijd elkaar trouw moest blijven. Met deze trouw werd slechts de lichamelijke trouw bedoeld, omdat de seksualiteit de grootste dreiging was, en nog steeds is, voor deze verbintenis. En dat terwijl je grootste levensopdracht is je voort te planten. Dat in de jaren na de inzegening vrouwen geestelijk werden mishandeld en zelfs kapotgemaakt was slechts van ondergeschikt belang. Ik kende dominees die hun vrouw sloegen uit naam van hun heer. Ik ken bisschoppen die kinderen verkrachten en imams die godsoordelen uitspreken om een tegenstander uit de weg te ruimen. Een heilige moord zou je bijna kunnen zeggen.
Er is een lange weg te gaan, maar eens kom het goed. Het is alleen te hopen dat het algemene inzicht eerder komt dan de vernietiging van onze planeet door het misbruiken van moeder Aarde.

Dat kan nog een spannende race worden.